Arbeidsrechtbank Antwerpen - 13/5843/A - 9-01-2014

Samenvatting

De vader van de kinderen was de kostwinner van het gezin. Eind augustus 2013 heeft hij het gezin verlaten. Mevrouw woont sindsdien alleen met beide kinderen en is momenteel hun enige verzorgster. De vader bedong tot op heden zelfs geen bezoekrecht. Deze kinderen hebben wettige verblijfsdocumenten en hebben het recht om in België een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Dit recht wordt gewaarborgd door artikel 1 van de OCMW- wet, artikel 23 van de grondwet, artikelen 2,3,24.1,26 en 27 van het verdrag inzake de  rechten van het kind en artikel 8 van het EVRM. (Grondwettelijk Hof 66/2006 van 3 mei 2006, BS 25 juli 2006). Zij vallen niet onder de uitzonderingsbepaling van artikel 57, § 2 OCMW-wet. Zij hebben een eigen recht op maatschappelijke dienstverlening. Mevrouw toont niet aan dat ze een eigen recht heeft op financiering steun. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat dit niet strijdig was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. 
Het voorstel van het OCMW om contact te nemen met de politie Schoten en te informeren of de kinderen in een instelling kunnen geplaatst worden is mensonwaardig en manifest in strijd met artikel 8 van het EVRM en artikel 3,5 en 10 Kinderrechtenverdrag De financieel precaire toestand van mevrouw en de kinderen wordt erkend door het OCMW. 
Mevrouw dagvaardde haar ex partner in betaling van een onderhoudsbijdrage van 250 EUR per kind en per maand. Het is niet bekend of er al een vonnis is. Mevrouw verklaart dat haar man verstek liet op de zitting en dat hij verdwenen is. Mevrouw zette bovendien alle stappen om haar illegaal verblijfsstatuut te verhelpen. Momenteel kan zij niet gaan werken noch heeft zij recht op een uitkering sociale zekerheid. Mevrouw heeft recht op financiële steun, als wettelijk vertegenwoordiger van haar beide kinderen. Deze kinderen hebben recht op de aanwezigheid en de zorg van hun moeder zodat zij recht hebben op een "equivalent leefloon als gezin”.