Arbeidsrechtbank Brussel - 09/895/B - 23-09-2009

Samenvatting

Krachtens artikel 3 van de Opvangwet heeft elke asielzoeker gedurende zijn asielprocedure recht op een opvang die hem in staat moet stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Onder opvang wordt de materiële hulp verstaan op grond van de Opvangwet of de maatschappelijke dienstverlening op grond van de OCMW-wet. Het is strijdig met de menselijke waardigheid en met artikel 3 EVRM om mensen op straat te laten leven alsook levert dit een gevaar op voor de fysieke integriteit, zodat FEDASIL gehouden is verzoeker onder te brengen in een opvangcentrum of aangepaste plaats onder verbeurte van een dwangsom.Bij eenzijdig verzoek zijn vorderingen slechts toelaatbaar indien de volstrekte noodzakelijkheid is aangetoond, m.n. dat enkel de directe toepassing van de gevraagde maatregel de volle doelmatigheid kan waarborgen en elke vertraging de rechten van de partij ernstig zou schaden. De algemene vordering tot stopzetting van de praktijk van niet toewijzen van opvangplaatsen is niet toelaatbaar