Europees Hof voor de Rechten van de Mens - 8675/15 en 8697/15 - 3-10-2017

Samenvatting

In dit arrest veroordeelt het EHRM de Spaanse overheid wegens een push back operatie vanuit de Spaanse enclave Melilla naar Marokko dat zowel een schending van artikel 4 van het Protocol nr. 4 (verbod op collectieve uitzetting) als van artikel 13 van het EVRM (recht op daadwerkelijk rechtsmiddel) uitmaakt.
 
Feiten: twee migranten gedwongen teruggedreven van Melilla naar Marokko
 
De twee verzoekers zijn Afrikaanse migranten (N.D. uit Mali en N.T. uit Ivoorkust) die via Melilla, een Spaanse enclave in Marokko, Europa probeerden te bereiken. Op 13 augustus 2014 beklommen ze samen met een groep migranten, de drie afsluitingen van Melilla[1]. Verzoekers zijn getuigen én slachtoffers geweest van mishandelingen door zowel de Marokkaanse politie (die stenen naar hen gooiden toen ze de eerste omheining beklommen) als door de Spaanse Guardia civil die hen geboeid hadden en teruggestuurd naar Marokko zonder identificatie en zonder medische en juridische bijstand. 
 
Voor het EHRM beweren ze allebei dat hun terugdrijving naar Marokko een collectieve uitwijzing is. Ze roepen zowel artikel 2 (recht op leven) als artikel 3 EVRM (verbod op onmenselijke en vernederende behandeling) in.
 
Spanje is verantwoordelijk voor daden van de Spaanse Guardia Civil aan de grens (artikel 1 EVRM)
 
Volgens de Spaanse regering, waren de verzoekers verhinderd om de grens over te steken en hebben ze geen voet op Spaans grondgebied gezet. Daardoor zou de situatie, volgens Spanje, niet onder de Spaanse rechtsmacht vallen.
 
Het EHRM verwerpt de interpretatie van de Spaanse regering. In het arrest Hirsi Jamaa[2] had het EHRM al beslist dat de interceptie van migranten in volle zee door Italiaanse kustwacht wel onder de rechtsmacht van Italië viel. De vraag of de omheining zich al dan niet op het Spaanse grondgebied bevindt is niet relevant. Vanaf het moment dat de verzoekers onder de continu en uitsluitende controle, zelfs de facto, van de Spaanse overheid vielen (toen ze van het hek afklommen) was de Spaanse staat verantwoordelijk voor het naleven van hun mensenrechten op basis van artikel 1 EVRM.
 
Schending van het verbod op collectieve uitzetting (artikel 4 Protocol nr. 4, EVRM)
 
Onder het begrip “collectieve uitzetting” verstaat het EHRM elke maatregel dat vreemdelingen als een groep oplegt om een land te verlaten zonder dat een onderzoek van de bijzondere situatie van elk individu van de groep plaatsgevonden heeft.
 
Dit is het zevende arrest waarin het EHRM de schending van deze bepaling heeft vastgesteld (waaronder de zaak Conka t. België[3]). Het EHRM herhaalt dat niets een extraterritoriale toepassing belet van artikel 4 van het Protocol nr. 4. Het is hier dus ook niet relevant om te bepalen of de verzoekers al dan niet het Spaanse grondgebied hadden bereikt. De verzoekers waren een deel van een groep van ongeveer 80 Afrikaanse migranten die allemaal werden teruggedreven. De verwijderingsmaatregelen zijn genomen, zonder procedure, zonder voorafgaande administratieve of gerechtelijke beslissing, en zonder enige identificatieprocedure. Het EHRM besluit dus dat artikel 4 van het Protocol nr. 4 geschonden is.
 
Schending van het recht op daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM)
 
Het ontbreken van een identificatieprocedure en van het onderzoek naar hun individuele situatie door de Spaanse overheid schendt ook het recht op daadwerkelijke rechtsmiddel. De verzoekers hadden geen toegang tot een tolk of tot minimale informatie over asiel of de relevante procedure om hun uitwijzing te betwisten. Voor het EHRM bestaat een duidelijke band tussen de collectieve uitzetting en het feit dat de verzoekers verhinderd waren om een beroep in overeenstemming met artikel 13 EVRM in te dienen. Het EHRM beslist dat deze bepaling ook geschonden is.
 
Elke verzoeker krijgt 5.000 euro als morele schadevergoeding. Dat wordt betwist door de Russische rechter Dedov in een afwijkende opinie.


[1] Een illustratie van de grens van Melilla (foto van José Palazon) is hier te vinden: http://www.myria.be/nl/publicaties/migratie-in-cijfers-en-in-rechten-2015


[2] EHRM (GK), Hirsi Jamaa t. Italië, nr. 27765/09, 23 februari 2012, § 76-82.


[3] EHRM, Conka t. België, nr. 51564/99.