Melding en identificatie van een niet-begeleide minderjarige

In het kort

De dienst Voogdij van FOD Justitie is bevoegd voor het ontvangen van meldingen en voor de identificatie van niet-begeleide minderjarigen (NBM). Overheidsinstanties zijn verplicht melding te maken van de aanwezigheid van een NBM, maar ook particulieren kunnen een melding doen. 

Melding van een niet-begeleide minderjarige

Door wie?

Iedere overheid die kennis heeft van de aanwezigheid aan de grens of op het grondgebied van een vermoedelijke NBM is verplicht dat te melden aan de dienst Voogdij en Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Het gaat om alle personen die er jonger uitzien dan 18 jaar of die verklaren jonger te zijn dan 18 jaar, en die lijken te voldoen aan de andere voorwaarden voor een NBM. 

Ook particulieren kunnen een melding doen. Bijvoorbeeld een advocaat.

Hoe?

Vul het meldingsformulier in. Enkele gegevens die je moet invullen, zijn: de naam, voornaam, verklaarde leeftijd, bepaalde kwetsbaarheden of medische problematiek, informatie over familie, afgelegde reisweg... 

Neem daarnaast ook telefonisch contact op met de dienst Voogdij. Je kan hen permanent bereiken via het noodnummer: 078 15 43 24.

Identificatie van een niet-begeleide minderjarige vreemdeling

De dienst Voogdij van FOD Justitie is bevoegd voor de identificatie van een NBM. Lees hieronder hoe zij nagaan of je aan de voorwaarden voldoet om gekwalificeerd te worden als een NBMV.

De dienst Voogdij onderzoekt of je jonger bent dan 18 jaar op basis van je verklaringen en de documenten die je bij je hebt (artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van de Voogdijwet NBM (hierna: Voogdijbesluit)).

Twijfelt de dienst Voogdij of één van de overheden bevoegd voor internationale bescherming, toegang tot het grondgebied, en verblijf en verwijdering, of je jonger bent dan 18 jaar? Dan laat de dienst Voogdij een medisch onderzoek uitvoeren (artikel 7 Voogdijwet).

  • Het medisch onderzoek bestaat uit 3 radiografieën: van je gebit, je sleutelbeen en je pols. Het Voogdijbesluit voorziet ook in een psycho-affectieve test, maar in de praktijk gebeurt dat niet.
  • Uit het medisch onderzoek wordt je gemiddelde leeftijd afgeleid. Bij twijfel over de uitslag van het medisch onderzoek wordt met de jongste leeftijd rekening gehouden (artikel 7, §3 van de Voogdijwet).
  • De kosten van het medisch onderzoek worden betaald door de overheid die het medisch onderzoek gevraagd heeft.

De dienst Voogdij zal ook een gesprek met je voeren, alle documenten die je bij je hebt bekijken, en spreken met je voogd en de maatschappelijke werkers van het opvangcentrum waar je verblijft. 

Buitenlandse documenten over de ‘staat van persoon’, zoals een geboorteakte, hebben in principe voorrang op de resultaten van een leeftijdsonderzoek. De staat van een persoon wordt immers beheerd door het nationale recht van die persoon (artikel 34 Wetboek IPR). Wanneer de rechtbank van eerste aanleg een buitenlandse akte (of een buitenlands vonnis) erkent, is de inhoud daarvan bindend voor elke overheid. Lees meer over de erkenning van buitenlandse documenten.

Na het onderzoek neemt de dienst Voogdij een identificatiebeslissing en deelt die aan je mee. Ook DVZ en andere instanties worden op de hoogte gebracht. Er kunnen zich 2 situaties voordoen:

  1. De dienst Voogdij oordeelt dat je jonger bent dan 18 jaar? Er wordt dan onmiddellijk een voogd voor je aangesteld. In de praktijk is er een wachttijd omdat er een tekort aan voogden is.
  2. De dienst Voogdij oordeelt dat je 18 jaar of ouder bent? Je wordt dan niet meer begeleid door de dienst Voogdij. Je kan tegen die beslissing van meerderjarigheid in beroep gaan bij de Raad van State binnen 60 dagen.

De dienst Voogdij onderzoekt of je begeleid wordt door iemand die het ouderlijk gezag of de voogdij over je uitoefent. Artikel 35 van het Wetboek IPR bepaalt dat de wet van je gewoonlijke verblijfplaats van toepassing is om die vraag te beantwoorden. Dat is dus meestal het Belgisch recht.

De dienst Voogdij gaat dat na door:

  • de voorgelegde documenten te onderzoeken
  • eventueel een gesprek met je te voeren
  • eventueel een DNA-test uit te voeren

Er kunnen zich 2 situaties voordoen:

  1. De dienst Voogdij oordeelt dat er niemand in België is die het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent? Er wordt dan een voogd voor je aangesteld.
  2. De dienst Voogdij oordeelt dat er wel iemand in België is die het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent? Je wordt dan niet meer begeleid door de dienst Voogdij.

Opgelet! Je kan dus in de praktijk begeleid zijn door iemand en toch geïdentificeerd worden als "niet-begeleid", bijvoorbeeld als je in België bent met een broer, zus, oom... die niet het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent.

De landen van de Europese Economische Ruimte (EER) zijn de 28 landen van de Europese Unie plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

Om als NBMV geïdentificeerd te worden, mag je geen onderdaan zijn van een land van de EER of van Zwitserland. 

Je wordt alleen als NBMV beschouwd als je je in één van deze situaties bevindt:

  • Je hebt een verzoek om internationale bescherming ingediend.
  • Je bent zonder wettig verblijf in België.

In de praktijk wordt deze voorwaarde vaak soepel toegepast.

Identificatie van een niet-begeleide Europese minderjarige

De dienst Voogdij van de FOD Justitie is bevoegd voor de identificatie van een NBM. Lees hieronder hoe zij nagaan of je aan de voorwaarden voldoet om een niet-begeleide Europese minderjarige (NBEM) te zijn.

De dienst Voogdij onderzoekt of je jonger bent dan 18 jaar op basis van je verklaringen en de documenten die je bij je hebt (artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van de Voogdijwet NBM (hierna: Voogdijbesluit)).

Twijfelt de dienst Voogdij of één van de overheden bevoegd voor internationale bescherming, toegang tot het grondgebied, en verblijf en verwijdering, of je jonger bent dan 18 jaar? Dan laat de dienst Voogdij een medisch onderzoek uitvoeren (artikel 7 Voogdijwet).

  • Het medisch onderzoek bestaat uit 3 radiografieën: van je gebit, je sleutelbeen en je pols. Het Voogdijbesluit voorziet ook in een psycho-affectieve test, maar in de praktijk gebeurt dat niet.
  • Uit het medisch onderzoek wordt je gemiddelde leeftijd afgeleid. Bij twijfel over de uitslag van het medisch onderzoek wordt met de jongste leeftijd rekening gehouden (artikel 7, §3 van de Voogdijwet).
  • De kosten van het medisch onderzoek worden betaald door de overheid die het medisch onderzoek gevraagd heeft.

De dienst Voogdij zal ook een gesprek met je voeren, alle documenten die je bij je hebt bekijken, en spreken met je voogd en de maatschappelijke werkers van het opvangcentrum waar je verblijft. 

Buitenlandse documenten over de ‘staat van persoon’, zoals een geboorteakte, hebben in principe voorrang op de resultaten van een leeftijdsonderzoek. De staat van een persoon wordt immers beheerd door het nationale recht van die persoon (artikel 34 Wetboek IPR). Wanneer de rechtbank van eerste aanleg een buitenlandse akte (of een buitenlands vonnis) erkent, is de inhoud daarvan bindend voor elke overheid. Lees meer over de erkenning van buitenlandse documenten.

Na het onderzoek neemt de dienst Voogdij een identificatiebeslissing en deelt die aan je mee. Ook DVZ en andere instanties worden op de hoogte gebracht. Er kunnen zich 2 situaties voordoen:

  1. De dienst Voogdij oordeelt dat je jonger bent dan 18 jaar? Er wordt dan onmiddellijk een voogd voor je aangesteld. In de praktijk is er een wachttijd omdat er een tekort aan voogden is.
  2. De dienst Voogdij oordeelt dat je 18 jaar of ouder bent? Je wordt dan niet meer begeleid door de dienst Voogdij. Je kan tegen die beslissing van meerderjarigheid in beroep gaan bij de Raad van State binnen 60 dagen.

De dienst Voogdij onderzoekt of je begeleid wordt door iemand die het ouderlijk gezag of de voogdij over je uitoefent. Artikel 35 van het Wetboek IPR bepaalt dat de wet van je gewoonlijke verblijfplaats van toepassing is om die vraag te beantwoorden. Dat is dus meestal het Belgisch recht.

De dienst Voogdij gaat dat na door:

  • de voorgelegde documenten te onderzoeken
  • eventueel een gesprek met je te voeren
  • eventueel een DNA-test uit te voeren

Er kunnen zich 2 situaties voordoen:

  1. De dienst Voogdij oordeelt dat er niemand in België is die het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent? Er wordt dan een voogd voor je aangesteld.
  2. De dienst Voogdij oordeelt dat er wel iemand in België is die het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent? Je wordt dan niet meer begeleid door de dienst Voogdij.

Opgelet! Je kan dus in de praktijk begeleid zijn door iemand en toch geïdentificeerd worden als "niet-begeleid", bijvoorbeeld als je in België bent met een broer, zus, oom... die niet het ouderlijk gezag of de voogdij over jou uitoefent.

De landen van de Europese Economische Ruimte (EER) zijn de 28 landen van de Europese Unie plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

Om als NBEM geïdentificeerd te worden, moet je een onderdaan zijn van een land van de EER of Zwitserland.

Als NBEM mag je niet ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister of het bevolkingsregister.

Je moet daarnaast:

  • ofwel in een procedure zitten tot erkenning als slachtoffer mensenhandel of –smokkel (artikel 61/2, §2, 2e lid Verblijfswet).
  • ofwel je in een kwetsbare toestand bevinden. Wat een kwetsbare toestand is, wordt niet verder gedefinieerd. De dienst Voogdij beslist daarover.