Internationale bevoegdheid echtscheiding

In het kort

De rechter die wordt gevat in het kader van een echtscheidingsprocedure moet altijd eerst de regels van de Brussel IIter Verordening nagaan om te bepalen of hij bevoegd is. De verordening is van toepassing in alle EU-landen, behalve Denemarken. Enkel als die verordening geen bevoegde rechtbank aanduidt in België of in een andere lidstaat van de EU, kan de rechter een beroep doen op de bevoegdheidsregels van het Wetboek IPR. Als de Belgische rechter internationaal bevoegd is, duidt het Gerechtelijk Wetboek de intern bevoegde rechter aan. 

Bevoegdheidsregels van de Brussel IIter Verordening (EU)

De bevoegdheidsregels van de Brussel IIter Verordening gelden in alle EU-lidstaten, behalve Denemarken. De Belgische rechter moet zijn internationale bevoegdheid ambtshalve aan die regels toetsen. Alleen als die regels geen bevoegde rechter aanduiden, raadpleegt de rechter het Wetboek IPR.

Een vordering tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed kan in België worden ingesteld in één van de volgende gevallen (artikel 3 Brussel IIter Verordening):

  • De verweerder heeft zijn gewone verblijfplaats in België.
  • De echtgenoten hebben hun gewone verblijfplaats in België.
  • De laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten was in België terwijl één van hen nog hier verblijft.
  • De verzoeker heeft minstens 1 jaar een gewone verblijfplaats in België.
  • De verzoeker is Belg en heeft minstens 6 maanden een gewone verblijfplaats in België.
  • Beide echtgenoten zijn Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek volstaat het dat één van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in België heeft.
  • Beide echtgenoten hebben de Belgische nationaliteit.

Een scheiding van tafel en bed die in België is uitgesproken, mag door dezelfde rechtbank worden omgezet in een echtscheiding, zelfs als de grond van internationale bevoegdheid ondertussen vervallen is (artikel 5 Brussel IIter Verordening).

Opgelet. Het is niet omdat de Belgische rechter internationaal bevoegd is om een echtscheiding uit te spreken dat hij ook exclusief bevoegd is. Je kan om verschillende redenen kiezen om in een ander land te scheiden. Het Belgische recht verplicht mensen niet om in België te scheiden. Echtscheidingen uit andere landen kunnen in België worden erkend. Lees meer over de erkenning van buitenlandse echtscheidingsbeslissingen.

Bevoegdheidsregels van het Wetboek IPR

De regels van het Wetboek IPR zijn van toepassing als de Brussel IIter Verordening geen bevoegdheid verleent aan de Belgische rechtbanken of de rechtbanken van een andere EU-lidstaat. De regels van het Wetboek sluiten nauw aan bij die van de Brussel IIter Verordening. De vraag stelt zich dan ook niet vaak in de praktijk.

Een echtscheidingsvordering kan in België worden ingesteld in één van de volgende gevallen (artikelen 5, 11 en 42 Wetboek IPR):

  • De verweerder heeft in België zijn woonplaats.
  • De verweerder heeft in België zijn gewone verblijfplaats.
  • De laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten was in België, niet meer dan 1 jaar voor de instelling van de vordering.
  • De echtgenoot die de vordering instelt, heeft bij de instelling van de vordering minstens 1 jaar in België een verblijfplaats.
  • Beide echtgenoten zijn bij de instelling van de vordering Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek heeft één van de echtgenoten bij de instelling van de vordering zijn gewone verblijfplaats in België.
  • In uitzonderlijke gevallen wanneer de zaak nauwe banden heeft met België en een procedure in het buitenland onmogelijk blijkt of het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld.

Een scheiding van tafel en bed die in België is uitgesproken, mag door dezelfde rechtbank worden omgezet in een echtscheiding, zelfs al is de grond van internationale bevoegdheid ondertussen vervallen (artikel 43 Wetboek IPR).

Waar in België kan de vordering worden ingesteld?

Je kan de vordering in België instellen in het gerechtelijk arrondissement van:

  • de laatste echtelijke verblijfplaats van de partijen, of
  • de woonplaats van de verweerder (artikel 628 Gerechtelijk Wetboek).

Als de Belgische rechtbanken internationaal bevoegd zijn op grond van de Brussel IIbis Verordening of het Wetboek IPR, maar geen rechtbank intern bevoegd is op basis van het Gerechtelijk Wetboek, dan is de familierechtbank van Brussel bevoegd om de echtscheiding uit te spreken (artikel 13 Wetboek IPR).