EHRM over naamswijziging bij dubbele nationaliteit

In arrest nr. 32265/10 van 5 december 2013 oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat Frankrijk de positieve verplichtingen van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet nakwam bij een aanvraag tot naamswijziging van iemand met een dubbele nationaliteit. Artikel 8 EVRM beschermt voornamelijk het individu tegen arbitraire inmengingen van de overheid in de uitoefening van zijn recht, maar legt ook positieve verplichtingen op om een effectief respect voor het privéleven mogelijk te maken. Soms moet een Staat niet alleen met de eigen nationaliteit rekening houden, maar tot op zekere hoogte ook met de andere nationaliteit.

De feiten

Verzoeker heeft de Franse en Algerijnse nationaliteit. Hij werd in Frankrijk geboren en ingeschreven met de familienaam van zijn moeder, Henry. Hij werd pas na de geboorte erkend door zijn vader. Op jonge leeftijd werd hij achtergelaten door zijn moeder. Zijn vader nam hem mee naar zijn thuisland Algerije. Daar ging hij door het leven als Kismoun, de naam van zijn vader. Zo staat hij ook ingeschreven in de burgerlijke stand van Algerije. Pas later ontdekt hij dat hij in Frankrijk een andere naam heeft. Toch kan hij in Frankrijk nog huwen onder zijn Algerijnse naam en kan hij die naam ook geven aan zijn kinderen die daarna worden geboren. Pas later worden de geboorteakten van de kinderen gewijzigd op instructie van het parket van Lyon.

Hij doet dan ook een verzoek tot naamswijziging om zijn Franse naam te wijzigen. Hij steunt zijn verzoek op twee elementen, namelijk een affectief motief (het feit dat zijn moeder geen belangstelling in hem toonde) en een over identiteit (de naam die hij altijd in Algerije droeg).

Volgens Frankrijk volstaat een affectief motief echter niet om te besluiten dat er sprake is van een legitiem belang om af te wijken van de principes van devolutie en standvastigheid van naam.

Overwegingen van het EHRM

De nationale autoriteiten moeten een juiste afweging maken van de verschillende belangen die in het spel zijn. Enerzijds het privébelang van verzoeker om zijn Algerijnse naam te mogen dragen en anderzijds het publieke belang om de naamswijziging te reglementeren.

Het Hof besluit dat de nationale autoriteiten geen rekening hielden met het identiteitsaspect van het verzoek tot naamswijziging en nalieten om het belang van verzoeker af te wegen tegen het belang van de overheid. Het besluitvormingsproces van het verzoek tot naamswijziging hield geen rekening met de belangen van de verzoeker zoals voorzien in artikel 8 EVRM. Het gaat hier specifiek over het belang van een persoon om één enkele naam te hebben. Het EHRM verwijst hier naar de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie (C-148/02, Garcia Avello, C-353/06, Grunkin en Paul en C-434/09, McCarthy) en sluit zich erbij aan: het is van belang dat een persoon een enkele naam heeft.

Het arrest brengt een nieuw element in de discussie over hoe Staten moeten omgaan met dubbele nationaliteit. In Frankrijk beschouwde men de betrokkene enkel als Fransman. Het gevolg van de uitspraak van het EHRM is echter dat Frankrijk ook tot op zekere hoogte rekening moet houden met de andere nationaliteit, de Algerijnse, alsook met het rechtssysteem van dat land en de gevolgen van dat rechtssysteem.