Nieuws

RvV arrest nr. 256.807 van 18-5-2021 bevestigt zijn eerdere rechtspraak uit arrest nr. 208.378 van 29-8-2018. DVZ mag voor gezinshereniging van een derdelands ouder met een Belgisch minderjarig kind geen strengere voorwaarden aan het gezinsleven stellen dan dat het beschermenswaardig is onder artikel 8 EVRM. Er moet een minimum aan relatie met affectieve of financiële banden zijn tussen beiden. Samenwoonst of zeer actieve betrokkenheid is niet vereist. De RvV stelt dat dit gezinsleven wordt verondersteld en slechts in zeer uitzonderlijke gevallen als verbroken kan worden beschouwd.
In arrest nr. 77/2018 van 21 juni 2018, oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de verplichting voor personen die juridische tweedelijnsbijstand genieten, om een forfaitaire bijdrage (=remgeld) te betalen aan hun pro deo-advocaat, ongrondwettig is. Dit arrest heeft tot gevolg dat je voor hangende gerechtelijke procedures dit betaalde remgeld kan terugvorderen als je pro-deo advocaat voor 31 augustus 2018 nog geen verslag heeft uitgebracht aan het BJB. Voor afgesloten gerechtelijke procedures kan je dit niet terugvorderen.
DVZ verklaart aanvragen gezinshereniging na inreisverbod nog steeds 'onbestaande' of neemt ze niet in overweging. Volgens de RvS kan dat op voorwaarde dat DVZ eerst de onderlinge afhankelijkheid onderzoekt tussen het familielid en de Belg, en dit onderzoek negatief is. Tegen de beslissing van DVZ staat steeds een automatisch schorsend beroep open, welke benaming de beslissing ook heeft.
In arrest nr. 202.2017 van 10-04-2018 hervormt de RvV de beslissing van het CVGS tot intrekking van de vluchtelingenstatus van een homoseksuele man die een relatie heeft met de moeder van zijn twee kinderen. De RvV is van oordeel dat seksuele oriëntatie een complex gegeven is met een evolutief karakter en dat de verklaringen van de man over zijn relatie en gevoelens ten aanzien van vrouwen geen verkeerde voorstelling van de feiten inhielden. De RvV bevestigt de vluchtelingstatus.
In een arrest van 8-06-2018 verwerpt de Algemene Vergadering van de RvV de vordering tot schorsing tegen een overdrachtbesluit naar Griekenland onder de Dublin III-verordening. Dublinoverdrachten naar Griekenland zijn opnieuw mogelijk onder bepaalde voorwaarden (geen kwetsbare verzoekers) en mits individueel onderzoek en garanties. De RvV bevestigt dit in arrest nr. 206.991 van 6 september 2018.
Het loutere feit dat een van de partners terugkomt op de intentie om te huwen betekent niet dat er geen sprake (meer) is van een gezinssituatie of dat deze partner de partnerrelatie wenst te beëindigen of heeft beëindigd. Daarom vernietigt de RvV in een arrest van 22-02-2018 een inreisverbod omdat DVZ op onzorgvuldige wijze had besloten dat er geen sprake was van een gezinsleven.