Gesloten gezinswoningen sinds 11 augustus 2018 operationeel

Geactualiseerd op 24 oktober 2019

Sinds 11 augustus 2018 konden gezinnen met minderjarige kinderen in afwachting van hun repatriëring worden vastgehouden in gesloten gezinswoningen op het terrein van gesloten centrum 127bis. Dit was het gevolg van de publicatie op 1 augustus 2018 van het koninklijk besluit (KB) van 22 juli 2018 dat het regime en de werkingsmaatregelen van de gezinswoningen bepaalt en dat ook enkele algemeen geldende regels van toepassing op de gesloten centra wijzigt.

Op 4 april 2019 echter schorste de Raad van State gedeeltelijk de uitvoering van het KB van 22 juli. Hierdoor kunnen onwettig verblijvende gezinnen met minderjarige kinderen sindsdien niet meer worden vastgehouden in de gesloten gezinswoningen op het terrein van gesloten centrum 127bis. De RvS zal zich later nog uitspreken over het hangende vernietigingsberoep tegen hetzelfde KB. Volgens de media gaat DVZ de gezinswoningen aanpassen door onder meer geluiddempende ventilatieroosters te plaatsen. Of DVZ hiermee voldoende tegemoet komt aan de kritiek van de Raad van State zal nog moeten blijken. Lees meer over het schorsingsarrest van de Raad van State in ons nieuwsbericht 'Geen vasthouding meer van onwettig verblijvende gezinnen in gesloten gezinswoningen 127bis'.

1. Detentie van gezinnen met minderjarige kinderen

Volgens artikel 17 van de Terugkeerrichtlijn kunnen gezinnen alleen worden vastgehouden:

  • in laatste instantie en voor een zo kort mogelijke periode
  • in een afzonderlijke accommodatie met voldoende privacy
  • met op kinderen afgestemde faciliteiten, personeel en vrijetijdsbesteding en toegang tot onderwijs
  • waarbij het belang van het kind voorop staat.

Artikel 74/9, §1 en 3 van de Verblijfswet (Vw) voorziet een cascadesysteem om onwettig in België verblijvende gezinnen vast te houden (van minder dwingend naar meer dwingend):

  • Het gezin krijgt eerst de mogelijkheid om onder voorwaarden, bepaald in een overeenkomst met Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), in de eigen woning verblijven.
  • Als het gezin niet in de mogelijkheid is om in de eigen woning te verblijven of zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst moeten ‘andere afdoende maar minder dwingende maatregelen worden toegepast. De Verblijfswet noemt als voorbeeld:
    • een waarschuwing,
    • vasthouding in een woonunit
    • of preventieve maatregelen (zich op regelmatige tijdstippen aanmelden, een financiële waarborg storten bij de Deposito- en Consignatiekas en een kopie van de identiteitsdocumenten overhandigen).
  • Als geen ‘andere afdoende maar minder dwingende maatregelen’ kunnen worden toegepast of als een gezinslid een gevaar voor de openbare orde vormt, wordt het gezin voor een beperkte tijd ondergebracht in een gesloten centrum aangepast aan de noden voor gezinnen met minderjarige kinderen.

Artikel 74/9, §2 Vw bepaalt dat ook gezinnen met minderjarige kinderen die België onwettig trachten binnen te komen (grensgezinnen) kunnen worden vastgehouden:

  • voor een zo kort mogelijke periode
  • in een gesloten centrum (in het grensgebied) aangepast aan de noden voor gezinnen

Operationalisering gesloten gezinswoningen door Koninklijk Besluit

Het KB van 22 juli 2018 (in werking sinds 11 augustus 2018) operationaliseert de wettelijke mogelijkheid om gezinnen met minderjarige kinderen vast te houden in een gesloten centrum. Er zijn nu gesloten gezinswoningen op het terrein van gesloten centrum 127bis. Door het schorsingsarrest van de Raad van State van 4 april 2019 kunnen gezinnen met minderjarige kinderen niet meer worden vastgehouden in de gesloten gezinswoningen op het terrein van gesloten centrum 127bis.

  • Voor gezinnen die onwettig in België verblijven komt het cascadesysteem overeen met volgende stappen:
    • verblijf in de eigen woning
    • verblijf (juridisch gekwalificeerd als vasthouding) in een open terugkeerwoning of woonunit (van waaruit nog steeds vrijwillige terugkeer met de nodige ondersteuning mogelijk is)
    • vasthouding in een gesloten gezinswoning op het terrein van het gesloten centrum 127bis
  • Voor grensgezinnen (gezinnen die tegengehouden worden aan de grens en geen verzoek om internationale bescherming indienen) geldt volgens het KB het volgend cascadesysteem:
    • verblijf in een open terugkeerwoning
    • vasthouding in een gesloten gezinswoning wanneer het gezin geen gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om in een terugkeerwoning te verblijven of zich niet houdt aan de gemaakte afspraken. Wanneer een gezinslid een gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid vormt, kan het gezin onmiddellijk worden vastgehouden in een gesloten gezinswoning.

Detentieduur

Het KB vult concreet in wat verstaan moet worden onder detentie ‘voor een zo kort mogelijke periode’ en ‘voor een beperkte tijd’ (artikel 83/11 KB):

  • in principe maximum twee weken
  • verlenging met maximum twee weken op voorwaarde van schriftelijke motivering door de directeur-generaal van DVZ aan de minister met rapportering over de toestand van de minderjarigen en de impact van de vasthouding op hun fysieke en psychische integriteit.
    • uitzondering: verlenging is niet mogelijk als uit de eerste detentieperiode is gebleken dat een verlenging de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige in het gedrang kan brengen.

Invoering veiligheidsmaatregel

Het KB bepaalt dat een gezinslid vanaf 16 jaar voor maximum 24 uur in een aparte plaats kan worden geplaatst wanneer hij door zijn gedrag zijn veiligheid, de veiligheid van andere gezinsleden of van de personeelsleden in het gedrang heeft gebracht (artikel 83/10 KB). Deze maatregel vereist een beslissing van de directeur-generaal van DVZ.

Kritische bedenkingen

Een aantal organisaties dienden op 22 augustus 2018 een vordering tot schorsing en opheffing van het KB in bij de Raad van State.

Nansen vzw maakte een kritische analyse over immigratiedetentie van gezinnen met minderjarige kinderen (zie onderaan dit bericht).

2. Wijzigingen algemeen regime gesloten centra

Een aantal algemeen geldende regels die van toepassing zijn in de gesloten centra worden door het KB gewijzigd.

  • Het systematische medische onderzoek na een mislukte repatriëringspoging wordt afgeschaft (artikel 61/1 KB). Een medisch onderzoek is alleen verplicht als:
    • dwangmaatregelen werden gebruikt of de repatriëringspoging met escorte gebeurde of
    • de bewoner hierom zelf vraagt of
    • de overheden belast met de uitvoering van de repatriëring vermoeden dat de fysische of psychische integriteit van de bewoner in gevaar is of kan komen
  • De betrokkene en zijn advocaat worden in principe achtenveertig uur voor een eventuele eerste repatriëringspoging verwittigd. Hiervan kan worden afgeweken (artikel 62 KB):
    • als de betrokkene niet wil dat zijn advocaat op de hoogte wordt gebracht of als het gezin, op voorwaarde van onderling akkoord van de volwassen gezinsleden, niet wil dat hun advocaat op de hoogte gebracht wordt. In dit geval wordt alleen de vreemdeling respectievelijk het gezin op de hoogte gebracht.
    • wanneer de betrokkene en zijn advocaat of het gezin en hun advocaat op de hoogte worden gebracht dat een verwijdering mogelijk is binnen een termijn van minder dan achtenveertig uur, als de betrokkene of de volwassen leden van het betrokken gezin hun akkoord geven over deze repatriëring.
  • Het aanbod van maaltijden in een gesloten centrum wordt afgestemd op de verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen. Gezinnen in een gezinswoning hebben het recht eigen maaltijden te bereiden (artikel 79 KB).
  • De betrokkene kan in een aangepast regime worden geplaatst de dag voor hij het gesloten centrum verlaat of de dag voor zijn overbrenging (artikel 84 KB).
  • De regels voor het grondig betasten van boven- en onderlichaam over de kledij worden versoepeld (artikel 111/2, §3 KB).