Grondwettelijk Hof vernietigt invoering gemeenschapsdienst in Leefloonwet

Het Grondwettelijk Hof (GwH) vernietigt in arrest nr. 86/2018 van 5 juli 2018 de invoering van de gemeenschapsdienst in de Leefloonwet. Volgens het GwH is er sprake van bevoegdheidsoverschrijding door de federale wetgever. De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen kent de bevoegdheid inzake tewerkstelling van personen die het recht op maatschappelijke integratie of het recht op maatschappelijke hulp genieten immers toe aan de gewesten.

Door dit vernietingsarrest worden volgende bepalingen vanaf de publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad op 1 augustus 2018 geacht nooit te hebben bestaan:

  • de bepalingen over gemeenschapsdienst in de Leefloonwet
  • het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie
  • de algemene omzendbrief van 27 maart 2018 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

De POD Maatschappelijke Integratie vermeldt in een omzendbrief van 26 juli 2018 de gevolgen van dit arrest:

  • De OCMW’s moeten uiterlijk tegen 30 september 2018 Geïndividualiseerde Projecten voor Maatschappelijke Integratie (GPMI’s) waarin een gemeenschapsdienst werd opgenomen, herzien. Ze moeten de betrokkene zo snel mogelijk inlichten dat de gemeenschapsdienst niet langer integraal deel uitmaakt van zijn GPMI. De uitvoering van de gemeenschapsdienst kan niet langer in aanmerking worden genomen bij de evaluatie ervan.
  • Leefloongerechtigde personen mogen vrijwilligerswerk doen op voorwaarde dat zij dit vooraf melden aan het OCMW. Het vrijwilligerswerk mag de werkbereidheid van de betrokkene niet in het gedrang brengen en mag geen deel uitmaken van de voorwaarden die werden opgenomen in het GPMI.