Kort verblijf voor derdelanders gewijzigd

De Wet diverse bepalingen inzake asiel en migratie van 4 mei 2016 (in werking vanaf 7 juli 2016) wijzigt het begrip 'kort verblijf' en de berekening ervan. Voortaan is de Verblijfswet in overeenstemming met de Schengengrenscode (Europese verordening nr. 610/2013).

Begrip: ‘kort verblijf’ is een verblijf op het grondgebied van de lidstaten van de Schengengrenscode met een maximale duur van 90 dagen binnen elke periode van 180 dagen die aan elke dag van verblijf voorafgaat.

Wat zijn de wijzigingen in artikel 6 van de Verblijfswet?

  • De duur van het kort verblijf wordt niet meer in maanden uitgedrukt en berekend (maximum 3 maanden op 6 maanden), maar in dagen (maximum 90 dagen op 180 dagen).
  • De referentieperiode waarmee rekening wordt gehouden is niet meer de periode van 6 maanden vanaf de ‘eerste binnenkomst’ maar de periode van 180 dagen die aan elke ‘dag van verblijf’ voorafgaat.
  • Voor de berekening van de duur van het kort verblijf geldt de inreisdatum als de eerste dag van verblijf op het grondgebied van de lidstaten en de uitreisdatum als de laatste dag van verblijf op het grondgebied van de lidstaten.
  • De perioden van verblijf die zijn toegestaan op grond van een verblijfsvergunning of een visum voor lang verblijf worden bij de berekening van de verblijfsduur op het grondgebied van de lidstaten niet in aanmerking genomen.