NBMV kan bijzondere verblijfsprocedure combineren met andere procedures

Vanaf 26 maart 2015 kan de voogd van een niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV opstarten ook al loopt er ook een andere verblijfsprocedure, zoals een asielaanvraag of een regularisatieaanvraag. De wet van 26 februari 2015 wijzigt artikel 61/15 van de Verblijfswet, en heft het verbod op cumul van de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV met een andere verblijfsprocedure op.

De bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV is geregeld in artikel 61/14 en verder van de Verblijfswet. Die procedure wil een ‘duurzame oplossing’ zoeken voor de NBMV. De duurzame oplossing is:

  • hetzij een gezinshereniging met de ouders
  • hetzij een terugkeer naar het land van herkomst of het land waar de NBMV een verblijfsrecht heeft, mits garanties op opvang en verzorging
  • hetzij een machtiging tot verblijf in België.

Vóór de wetswijziging moest een NBMV kiezen:

  • ofwel start hij de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV
  • ofwel start hij een andere procedure tot bescherming (asiel), machtiging of toelating tot verblijf of tot vestiging.

In de praktijk kozen de meeste niet-begeleide minderjarigen er voor om eerst een asielaanvraag in te dienen. Pas als die procedure afgewezen was en er ook geen andere procedures meer hangende waren, zoals bijvoorbeeld een regularisatieaanvraag, kon de NBMV de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV opstarten.

Op dat moment was de jongere vaak al 17 jaar, waardoor het moeilijker was om voor de 18de verjaardag van de NBMV een duurzame oplossing te bepalen in het kader van de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV.