Nieuwe instructie Fedasil over terugkeertraject en open terugkeerplaatsen

Op 20 oktober 2015 bracht Fedasil een nieuwe instructie uit over de organisatie en doelgroepen van de open terugkeerplaatsen in materiële opvangstructuren. De instructie is van toepassing vanaf 9 november 2015, en vervangt de oude instructies rond terugkeer.

Taken terugkeerbegeleiding

De volgende taken in het kader van terugkeerbegeleiding van maatschappelijke werkers in de opvang worden hernomen:

  • Gedurende de hele asielprocedure moet er toegang zijn tot informatie over vrijwillige terugkeer.
  • Binnen de 5 dagen na een negatieve beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) is het bij wet verplicht een gesprek over terugkeer te voeren met de betrokkene.
  • Er moet volgens de instructie een gesprek plaats vinden tijdens de week na de zitting bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
  • Tijdens de begeleidingsgesprekken moet het terugkeertrajectplan ingevuld worden. Het terugkeertrajectplan is met deze instructie grondig vernieuwd en korter geworden. Het moet ook niet meer ondertekend worden door de bewoner. Het terugkeertrajectplan moet naar de open terugkeerplaats (OTP) gestuurd worden eens er een toewijzing is.

Doelgroepen open terugkeerplaatsen

De doelgroepen van de open terugkeerplaatsen zijn:

  • Bewoners met een negatieve asielbeslissing ten gronde van de RvV.
  • Bewoners met een bijlage 26quater (nieuw; zie nieuwsbericht ‘Open terugkeerplaatsen ook bij Dublin asielweigering met bijlage 26quater’).
  • Uitgeprocedeerde niet-begeleide minderjarigen (NBM) die meerderjarig geworden zijn en nog in de opvang verblijven.
  • Bewoners die een uitzondering voor een terugkeerplaats bekwamen die ten einde loopt (nieuw; zie informatie verder in het bericht over uitzonderingen).
  • Asielzoekers met een ‘code 207 no show’ die enkel nog recht op opvang hebben op basis van een lopend bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) of omdat ze nog geen BGV gekregen hebben.
  • Families in onwettig verblijf die onder het KB van 24 juni 2004 opgevangen worden, wanneer er geen plaats meer is in het terugkeercentrum van DVZ.
  • Personen die zich aan het terugkeerloket melden voor vrijwillige terugkeer.

Begeleiding

Ook de begeleiding in de terugkeerplaatsen is grotendeels dezelfde gebleven:

  • De duur van het verblijf wordt bepaald door de termijn van het BGV. Er is een maximumverblijf van 30 dagen voorzien, afhankelijk van de medewerking aan terugkeer. Dit kan verlengd worden.
  • In elk centrum is er een verbindingsambtenaar van DVZ aanwezig, die onder andere aan pre-identificatie werkt.
  • Indien er geen medewerking en geen terugkeer binnen de voorziene termijn van het uitwijzingsbevel is, zal de opvang stopgezet worden. Als de bewoner de OTP weigert te verlaten, kan DVZ de lokale politie inschakelen en wordt de verbindingsambtenaar belast met de voorbereiding van gedwongen terugkeer. Voor families opgevangen onder het KB van 24 juni 2004, komt er enkel een einde aan het recht op opvang als er een toewijzing is aan een centrum beheerd door DVZ met het oog op repatriëring.
  • Lopende verblijfsprocedures worden prioritair behandeld door DVZ. De instructie maakt geen melding van nieuwe asielprocedures, vermoedelijk wordt hier geen rekening mee gehouden.

Uitzonderingen

Wanneer een familielid nog in procedure is, kan uitstel gevraagd worden van de toewijzing aan een terugkeerplaats.

Daarnaast kan een uitzondering gevraagd worden om niet naar de opvangplaatsen te moeten gaan, in geval van:

  • Families met schoolgaande kinderen die een negatieve beslissing ontvangen van de RvV tussen 1 april en 30 juni.
  • Schoolgaande ex-NBM die gedurende het schooljaar meerderjarig geworden zijn en tussen 1 april en 30 juni een negatieve beslissing ontvangen van de RvV.
  • Ouders van een Belgisch kind en diens familieleden.
  • Bewoners die al een aanvraag voor terugkeer hebben getekend voor de beslissing van de RvV kwam en die over de nodige reisdocumenten beschikken.
  • Zwangerschap: vanaf 2 maanden voor de bevalling, tot 2 maanden erna (nieuw).
  • Medische contra-indicaties: deze zijn niet langer beperkt tot de oude restrictieve lijst (nieuw).

Een uitzondering moet met een nieuw formulier aangevraagd worden en moet binnen de drie dagen met de nodige bewijzen ingediend zijn. Wanneer een uitzondering wordt toegestaan zal er meteen een termijn gegeven worden voor het einde van het recht op opvang. Aan het einde van deze termijn kan of:

  • een nieuwe terugkeerplaats aangevraagd worden (binnen de 5 dagen voor het einde van de toegestane termijn), of
  • een nieuwe aanvraag 'uitzondering terugkeerplaats' ingediend worden, als daar nog steeds indicaties voor bestaan.

Wanneer een bewoner een aanvraag tot verlenging hangende heeft, zal bij een negatieve beslissing een open terugkeerplaats toegewezen worden.

Bewoners krijgen 5 dagen de tijd om naar de OTP te gaan. Als de laatste dag in een weekend of op een feestdag valt, dan verschuift de termijn naar de eerst volgende werkdag. Voordien ging het om 5 werkdagen.

Belangrijk is dat de Opvangwet blijft gelden in de open terugkeerplaatsen, dus bijvoorbeeld ook het recht om een verlenging aan te vragen.

Zolang het BGV niet afgelopen is, is de OTP een open opvangplaats en mag er geen repatriëring gebeuren.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen