Nieuwe instructies Fedasil over einde en verlenging van materiële opvang

Vanaf 4 november 2013 geldt de nieuwe instructie die Fedasil verstuurde op 15 oktober 2013. De nieuwe instructie vervangt de instructie van 13 juli 2012, maar enkel op vlak van het einde van de materiële opvang bij negatieve beslissingen, en op vlak van verlenging van de opvang. De bepalingen over het einde van materiële opvang bij positieve beslissingen uit de oude instructie blijven grotendeels gelden, tot er een nieuwe instructie volgt.

De instructie over einde en verlenging van opvang moet samen gelezen worden met de instructie over het terugkeertraject en de toewijzing aan een open terugkeerplaats van 23 september 2013.

De wettelijke bepalingen zijn niet veranderd. Daarom zijn de principes voor het einde van de materiële opvang grotendeels dezelfde gebleven:

  • Een bewoner moet de opvang verlaten als er geen beroep in volle rechtsmacht meer mogelijk is tegen de laatste negatieve beslissing die hij of zij kreeg, en er moet een uitwijzingsbevel afgeleverd zijn waarvan de termijn reeds verstreken is.
  • Voor de opvang eindigt, kan de bewoner verlenging van opvang vragen binnen het kader van artikel 7 van de opvangwet.

Toch zijn er enkele belangrijke nuanceverschillen en veranderingen ten opzichte van de vorige instructie:

Betreffende het einde van materiële opvang:

  • De instructie is nog niet volledig wat betreft het einde van materiële opvang bij positieve beslissingen. Ze bevestigt echter wel al de praktijk dat bewoners die een ontvankelijke 9ter-aanvraag hebben en een nog lopende asielprocedure of nog geen uitwijzingsbevel, de opvang niet moeten verlaten.
  • Op dezelfde manier bevestigt Fedasil de recente praktijk dat bewoners die een Belgisch kind hebben en die een procedure tot gezinshereniging hebben opgestart de opvang niet reeds moeten verlaten bij de afgifte van de bijlage 19 of 19ter, noch van het attest van immatriculatie van zes maanden. Pas wanneer er een positieve beslissing van DVZ is over het verblijf krijgen deze bewoners twee maanden om de opvang te verlaten. Fedasil vermeldt in zijn instructie hierbij zowel de beslissing van DVZ als de E kaart of F kaart. Dat zijn wel twee verschillende zaken, waartussen op zichzelf ook al meer dan een maand verloopt. Op dit punt is de instructie onduidelijk. Wellicht begint de termijn van 2 maanden te lopen vanaf de beslissing van DVZ, aangezien deze op zichzelf een verblijfstitel van meer dan drie maanden inhoudt.
  • De recente aanpassing van de Verblijfswet levert een belangrijke wijziging op in de praktijk. DVZ levert na een negatieve beslissing van de RvV in volle rechtsmacht nu geen nieuw uitwijzingsbevel (BGV) van 30 dagen meer af, maar verlengt het oude bevel nog maar 10 dagen. Daardoor worden de termijnen voor einde van opvang veel korter, en dus ook de termijn om een aanvraag tot verlenging te kunnen indienen.
  • Voor bewoners die zich na toewijzing aanmelden in de open terugkeerplaatsen kan DVZ nog twee maal een verlenging van dit bevel toestaan, als zij voldoende meewerken aan het terugkeertraject. Voor bewoners die zich omwille van een uitzondering niet naar de terugkeerplaats begeven kan DVZ eveneens een verlenging van het bevel toestaan.
  • Voor bewoners die een 26quater kregen (een negatieve beslissing over de bevoegdheid van België) werkte Fedasil een heel nieuwe regeling uit, gebaseerd op een aantal uitspraken in kort geding van de arbeidsrechtbanken in Luik en Brussel. Hiermee gaat Fedasil in op een arrest van het Europese Hof van Justitie van 27 september 2012 dat stelde dat personen ook na een negatieve Dublinbeslissing nog opvang moeten krijgen tot aan de effectieve transfer naar het bevoegde land.
    • Fedasil stelt dat de rechtspraak het begrip “effectieve transfer” invult als “het ter beschikking stellen van vervoers- en doorlaatbewijzen”.
    • Fedasil stelt ook dat de termijn van het uiwijzingsbevel maar kan verlengd worden als het niet lukt te vertrekken buiten de wil om.
    • Aan de hand van de nieuwe bijlage 1ter moeten deze bewoners nu hun intentie weergeven over het vertrek naar het bevoegde land. Als zij willen bijgestaan worden door de cel repatriëringen van DVZ om de reis te organiseren, kunnen zij indien nodig een verlenging van hun bevel en van de opvang krijgen. Als zij geen contact opnemen met de cel repatriëringen of ze organiseren de terugkeer op eigen kracht, zullen zij de opvang zoals vroeger bij het aflopen van het bevel moeten verlaten.
  • Er is een nieuwe bijlage 1bis die families met minderjarige kinderen in onwettig verblijf, die aan het einde van hun recht opvang komen, informeert over hun recht om opvang onder KB 2004 aan te vragen bij het OCMW. Wel maakt deze bijlage duidelijk dat deze aanvraag pas kan gebeuren als ze de eerdere opvang verlaten hebben. Het is bediscussieerbaar of dit wettelijk is gezien het impliceert dat de familie tijdelijk op straat zal komen te staan. Er is geen continuïteit tussen de twee opvangvormen.
  • Fedasil bevestigt de wijziging in de opvangwet dat de beroepstermijn om een beroep in te dienen bij de Raad van State, noch een ingediend beroep, geen recht op opvang geven. Pas wanneer het beroep door de filter geraakt kan de bewoner terug in de opvang terecht. Deze wijziging in de opvangwet is bediscussieerbaar omdat ze geen rekening houdt met de principerechtspraak uit 1998 van het toenmalige Arbitragehof (arrest 43/98).
  • De instructie vervangt de instructie van 5 oktober 2012 betreffende het recht op opvang bij meervoudige asielaanvragen niet. Hoewel de nieuwe instructie er niet meer expliciet naar refereert, is het belangrijk voor asielzoekers het steeds te melden aan dispatching als er nog een oud recht op opvang is.

Betreffende de verlenging van materiële opvang:

  • Fedasil stelde in de vorige instructie dat onderdanen van de veilige landen geen aanvraag tot verlenging konden indienen, tenzij om uitzonderlijke redenen. Dit was echter niet zo voorzien door de opvangwet. Fedasil heeft deze bepaling nu weggelaten.
  • Bij een aanvraag tot verlenging om medische redenen met een 9ter-aanvraag is er vanaf nu ook een kopie van de 9ter-aanvraag nodig, naast het verzendbewijs van de 9ter-aanvraag.
  • Fedasil bevestigt dat de beslissing van DVZ betreffende de verlenging van het bevel primeert op hun beslissing betreffende de opvang (behalve in geval van verlenging omwille van zwangerschap). Vooral bij de verlenging op basis van onmogelijkheid tot terugkeer wordt dit duidelijk: de nieuwe instructie vermeldt niet langer dat het advies van de cel vrijwillige terugkeer van Fedasil zal ingewonnen worden, maar refereert louter naar de beslissing van DVZ.
  • Betreffende aanvragen tot verlenging op basis van een Belgisch kind heeft Fedasil nu de optie van gezinshereniging aan de instructie toegevoegd. De oude instructie stond deze aanvraag verlenging slechts toe in geval van een 9bis-aanvraag, en hield geen rekening met de andere mogelijke procedure van gezinshereniging.
  • Verlengingen op basis van familiale eenheid lijken iets strenger gecontroleerd te zullen worden, gezien Fedasil stelt de familiale band telkens te zullen onderzoeken. Vroeger konden de opvangpartners autonoom beslissen als het om een (groot)ouder, minderjarige kind, meerderjarig kind ten laste of partner/echtgenoot ging.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen