Onduidelijkheid over ziekenfondsaansluiting echtgenoten ten laste

Geactualiseerd op 19-01-2016

De RIZIV-omzendbrief VI nr 2015/267 van 2 september 2015 schiep onduidelijkheid over de voorwaarden waaraan een echtgenoot moet voldoen om als persoon ten laste van de andere echtgenoot te kunnen aansluiten bij het ziekenfonds.

De RIZIV omzendbrief VI nr. 2016/20 van 19 januari 2016 schept opnieuw klaarheid.

Omzendbrief van 02-09-2015

De omzendbrief gaf invulling aan de toepassing van artikel 124, § 3 van het Koninklijk Besluit van 3 juli 1996 (verder ZIV-besluit). Het Koninklijk Besluit van 22 mei 2014 wijzigde sinds 10 juli 2014 het artikel 124, §3 ZIV-besluit.

Bij een huwelijk geldt er een vermoeden van samenwoonst tussen de echtgenoten (art. 213 BW).

Sinds 10 juli 2014 geldt een huwelijksakte voor de ziekteverzekering echter alleen nog als bewijs van samenwoonst in afwachting van een aanpassing van de gegevens in het rijksregister. Bovendien geldt dat vermoeden alleen wanneer de echtgenoten daadwerkelijk aan de gemeente de aanpassing van de gegevens in het rijksregister hebben gevraagd naar aanleiding van de samenwoonst.

Volgens Omzendbrief VI nr. 2015/267 konden de echtgenoten de daadwerkelijke aanpassing van de gegevens in het rijksregister alleen bewijzen met een model 2. Een model 2 of model 2bis is een document dat voorzien is in de reglementering op het rijksregister. Mensen die al in het register zijn ingeschreven en verhuizen, moeten dat melden aan de gemeente. De gemeente moet een model 2 afleveren bij een verhuis naar een nieuwe gemeente, of een model 2bis bij een verhuis binnen dezelfde gemeente. Het gaat dus om een ontvangstbewijs van een aanvraag tot adreswijziging.

Mensen die een eerste aanvraag indienen om ingeschreven te worden in het rijksregister krijgen echter geen model 2 of model 2bis van de gemeente. In deze gevallen zijn andere bijlagen voorzien, namelijk de bijlagen bij het Verblijfsbesluit van 1981.

Bij aanvraag tot inschrijving op basis van gezinshereniging met een echtgenoot voorziet het Verblijfsbesluit onder andere de volgende bijlagen:

  • bijlage 19
  • bijlage 19ter
  • bijlage 15
  • bijlage 15bis
  • attest van immatriculatie
  • bijlage 35

Artikel 124, § 3 ZIV-besluit laat in het midden hoe de echtgenoten de “daadwerkelijke aanvraag” aan de gemeente moeten bewijzen. Doordat het RIZIV alleen het model 2 vermeldde als bewijs, deed het met die omzendbrief afbreuk aan het ZIV-besluit als hogere rechtsnorm. Bovendien holt dergelijke limitatieve opsomming het KB uit. Het RIZIV liet snel aan het Agentschap Integratie en Inburgering weten een nieuwe omzendbrief te overwegen. In afwachting van een nieuwe omzendbrief hierover konden ziekenfondsen de RIZIV-omzendbrief VI nr 2015/267 van 2 september 2015 best buiten toepassing laten.

Omzendbrief van 19-01-2016

De nieuwe RIZIV-omzendbrief VI nr.2016/20 van 19 januari 2016 aan de verzekeringsinstellingen schept opnieuw duidelijkheid.

De nieuwe omzendbrief breidt de documenten uit die als bewijs gelden van het instellen van een démarche tot wijziging van de rijksregistergegevens, samen met de huwelijksakte. Die lijst van documenten is bovendien niet limitatief.

Daarnaast vermeldt het RIZIV dat voor gehuwde verzekerden in het buitenland een analoog bewijs gevormd wordt door een attest ad hoc, dat op aanvraag door de FOD Buitenlandse Zaken of door de consulaten kan uitgereikt worden.

Lees meer over de huidige omzendbrief van het RIZIV.