Rechtbank Luik beveelt afgifte verblijfskaart A aan arbeidsmigrant wegens niet omzetting Single Permit-richtlijn

De rechtbank van eerste aanleg in Luik veroordeelt de Belgische staat bij hoogdringendheid om een Chinese arbeidsmigrant in te schrijven in het vreemdelingenregister.

Feiten

De man in kwestie werkte sinds 2014 met een arbeidskaart B in een Chinees restaurant. Zijn tijdelijke verblijfskaart A werd in augustus 2015 niet verlengd. Hoewel hij beschikte over een arbeidskaart B, had hij deze niet aan zijn aanvraag tot verlenging van zijn verblijfskaart toegevoegd.

Ondanks de niet-verlenging van zijn verblijfskaart, bleef verzoeker tot april 2016 werken met zijn geldige arbeidskaart B. Bij een controle in oktober 2015 kreeg hij een bevel om het grondgebied te verlaten. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen schorste dit bevel, de annulatieprocedure hiertegen is nog hangende.

Hoewel verzoeker in aanmerking zou kunnen komen voor een nieuwe arbeidskaart B, weigert het Waalse gewest deze af te leveren omdat verzoeker onwettig op het grondgebied verblijft.

Single Permit

De rechtbank stelt vast dat verzoeker niet bij de pakken bleef zitten sinds zijn verblijf onwettig geworden is. Hij diende beroep in tegen het bevel om het grondgebied te verlaten en tegen de weigering om een nieuwe arbeidskaart B af te leveren. Ook diende hij opnieuw een aanvraag voor een arbeidskaart B in. Verzoeker bevindt zich in een vicieuze cirkel. Het Waalse gewest weigert een arbeidskaart af te leveren omwille van zijn onwettig verblijf, terwijl de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) zijn verblijf weigert bij gebrek aan arbeidskaart. Deze situatie rechtvaardigt een procedure bij hoogdringendheid.

Volgens de Belgische staat beschikt verzoeker niet over een wettig belang bij de procedure. De inspectiediensten betrapten hem op zwartwerk en hij kreeg een inreisverbod van twee jaar. De rechtbank volgt deze redenering niet en stelt dat verzoeker zich in onwettig verblijf bevindt als gevolg van het systeem waarbij zowel de federale als de gewestelijke overheid een beslissing moeten nemen voordat een verblijf kan worden toegekend. Dit systeem is in strijd met de Single Permit-richtlijn, die België niet tijdig omzette. De overheid moest deze richtlijn, die lidstaten verplicht één enkele aanvraagprocedure in te voeren met oog op verblijf én werk voor werknemers uit derde landen, tegen 25 december 2013 omzetten, hetgeen ze tot op heden niet deed.

Verzoeker meent duurzaam verankerd te zijn in België en in aanmerking te komen om op legale wijze te werken. Dit recht kon hij niet afdwingen door de specificiteit van het Belgische systeem dat het afleveren van een arbeidskaart en een verblijfskaart splitst door de bevoegdheid toe te wijzen aan twee verschillende overheden. Aangezien dit systeem in strijd is met het Europese recht, acht de rechtbank de motivering van verzoeker gegrond.

Besluit

De rechtbank veroordeelt de Belgische staat tot aflevering van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister voor een jaar (verblijfskaart A), verlengbaar op vertoon van een geldige arbeidskaart B, binnen de vijf dagen en op straffe van een dwangsom van 1000 euro per dag. De Belgische staat leverde de verblijfskaart af, maar tekende wel beroep aan tegen dit vonnis.