RvV erkent Marokkaanse man als vluchteling omwille van seksuele geaardheid

In arrest nummer 220.190 van 24 april 2019 erkent de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een Marokkaanse man als vluchteling omdat hij vervolging vreest omwille van zijn homoseksuele geaardheid. De RvV stelt vast dat er in Marokko een repressief beleid en een extreem vijandig sociaal klimaat heerst ten aanzien van homoseksuelen. Bij het onderzoek van een verzoek om internationale bescherming in die context is dus grote voorzichtigheid geboden. Het voordeel van de twijfel moet ruim worden toegekend vooral omdat de man minderjarig was toen hij vluchtte en het verzoek om internationale bescherming deed.

Feiten

Wanneer hij 12 à 13 jaar oud is, merkt de verzoeker dat zijn gedrag, kledingstijl en uiterlijk stuiten op negatieve reacties van andere jongens op school. Uit zaken die hij leest op het internet en uit gesprekken met een buurjongen, die aan hem toegeeft homoseksueel te zijn, ontdekt hij zelf ook homoseksueel te zijn. Vanaf 13 jaar helpt hij zijn vader in zijn winkel. In juli 2015 krijgt hij als beloning voor het werk een reis naar Spanje cadeau. Hij verblijft er drie weken met zijn buurjongen en zijn vrienden, die allemaal homoseksueel zijn. Na thuiskomst gedraagt zijn vader, die een foto op facebook heeft gezien, zich heel anders. Hij wordt door hem en zijn nonkel geslagen en bedreigd. In oktober 2015 vlucht hij naar België. Op het moment van het verzoek om internationale bescherming, in januari 2016, is hij nog minderjarig.

Het CGVS acht de homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig vanwege:

  • vage en stereotiepe verklaringen over de ontdekking van de geaardheid
  • ongeloofwaardige verklaringen over de acceptatie ervan in een vijandige context
  • weinig doorleefde verklaringen over de betrekkingen die hij had met mannen en over zijn relatie in België
  • de periode van twee maanden tussen de thuiskomst uit Spanje en het vertrek naar België, waarin hij verder thuis woonde en naar school ging
  • de periode van zes maanden tussen de aankomst in België en de datum van de asielaanvraag.

Beoordeling door de RvV

De homoseksuele geaardheid is volgens de RvV wel aannemelijk.

De RvV vestigt er de aandacht op dat de man minderjarig was toen hij vluchtte en het verzoek om internationale bescherming deed. Hoewel hij tijdens het persoonlijk onderhoud voor het CGVS, dat twee jaar na de indiening van zijn verzoek plaatsvond, net meerderjarig was, is bijzondere voorzichtigheid geboden.

Uit het dossier blijkt verder dat het verzoek reeds gedaan werd in januari 2016 maar dat de registratie ervan door DVZ pas in mei 2016 gebeurde. Aan verzoeker kan niet verweten worden dat zoveel tijd voorbijgegaan is voor zijn verzoek geregistreerd werd.

Het proces van de ontdekking van de geaardheid is complex, verschillende ervaringen zijn mogelijk. Het is aannemelijk dat een tiener beroep doet op het internet en een jeugdvriend om hierover meer te weten te komen, zeker in een land als Marokko waar homoseksualiteit taboe is. Uit een attest van een psycholoog blijkt ook dat vanwege zijn jonge leeftijd zijn seksuele identiteit nog steeds onder constructie is.

De verzoeker maakt verder aannemelijk dat het erg moeilijk was om tijdens het persoonlijk onderhoud in detail te treden over intieme zaken. De verklaringen over zijn relatie in België zijn doorleefd en consistent.

De periode die verstreek tussen de thuiskomst uit Spanje en het vertrek naar België verklaart de verzoeker op geloofwaardige wijze. De relatie met zijn vader en nonkel escaleerde gedurende deze periode. De verzoeker besloot pas te vertrekken toen er doodbedreigingen werden geuit door zijn nonkel en toen zijn vader verklaarde dat hij niet langer zijn zoon is.

Omdat er in Marokko een repressief beleid en een extreem vijandig sociaal klimaat tegenover homoseksuelen heerst, is grote voorzichtigheid geboden bij de beoordeling van het verzoek. Een ruim voordeel van de twijfel moet worden toegekend en er moet bijzondere aandacht zijn voor de mogelijke gevolgen in geval van een terugkeer.

De verklaringen over het geweld en de bedreigingen vanwege zijn vader en nonkel zijn consistent en geloofwaardig. Ze maken een vervolging uit omwille van het behoren tot de sociale groep van homoseksuelen in Marokko. Er is geen bescherming mogelijk vanwege de Marokkaanse autoriteiten gezien het huidige juridisch en sociaal kader. De vrees is gegrond. Verzoeker wordt erkend als vluchteling.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen