Soedan rapport: aanbevelingen CGVS

Voorgaanden

Op 22 december 2017 heeft vice-premier Jan Jambon in naam van de regering aan het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) gevraagd te onderzoeken of personen na hun verwijdering of terugkeer naar Soedan in het najaar van 2017 slachtoffer zijn geworden van feiten van foltering, mishandeling of onmenselijke behandeling en of het non refoulement principe zoals vastgelegd in art. 3 EVRM al dan niet geschonden werd. Op 8 februari 2018 leverde het CGVS haar rapport af.

Hierna worden de belangrijkste aanbevelingen en conclusies weergegeven.

Conclusies CGVS

  • Respect voor mensenrechten in Soedan is bijzonder problematisch

Het CGVS stelt dat het algemeen bekend is dat de situatie met betrekking tot het respect van mensenrechten in Soedan bijzonder problematisch is. Voor vele personen afkomstig uit Soedan bestaat er dan ook een gegronde vrees tot vervolging conform de Conventie van Genève of een reëel risico op ernstige schade conform de definitie voor de toekenning van de status van subsidiaire bescherming. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld politieke opposanten of personen afkomstig uit gebieden waar er nog steeds een gewapend conflict heerst, voor zover er voor die personen geen geldig reëel binnenlands vluchtalternatief bestaat.

  • Beoordeling van het risico bij terugkeer of verwijdering: omzichtigheid geboden

Volgens het CGVS is grote omzichtigheid geboden bij de beoordeling van het risico op terugkeer of verwijdering omwille van:

    • de problematische situatie met betrekking tot respect voor de mensenrechten in Soedan
    • de rol van de veiligheidsdiensten in Soedan. Zo vindt er bij aankomst op Khartoum International Airport een systematische controle plaats door de Soedanese inlichtingendienst NISS. Dit geldt zeker voor personen die toekomen met een laissez-passer of zonder in het bezit te zijn van de vereiste reisdocumenten of verblijfspapieren.

Het is niet zo dat elke persoon bij terugkeer een reëel risico conform art. 3 EVRM loopt. Maar het is duidelijk dat personen die omwille van hun individuele situatie (bv. politieke opposanten), hun profiel of herkomst in aanmerking komen voor een status van bescherming (de status van vluchteling of de status van subsidiaire bescherming) niet kunnen teruggestuurd worden. De verwijdering van die personen zou manifest in strijd zijn met het non-refoulement principe.

Aanbevelingen CGVS

  • Onderzoek naar mogelijke schending art. 3 EVRM ook zonder asielaanvraag

    • Het niet indienen van een asielaanvraag terwijl betrokkene elementen aanhaalt waarvoor er eventueel reden is tot toekenning van een status van bescherming, is geen indicatie dat er geen reëel risico conform art. 3 EVRM zou bestaan. De samenwerkingsplicht in hoofde van de overheid vereist in zo’n geval dat er effectiever “ten gronde” onderzocht wordt of de aangehaalde elementen “geloofwaardig” zijn en van die aard zijn dat zij wijzen op een reëel risico conform art. 3 EVRM.

    • Dit onderzoek en de beoordeling van het risico moeten gebeuren vooraleer er overgegaan wordt tot identificatie door de autoriteiten van het land van herkomst.

    • Bij vaststelling van een reëel risico conform art. 3 EVRM kan de persoon niet naar zijn land van herkomst worden verwijderd. Maar dit betekent niet dat er in dat geval ook noodzakelijk een verblijfsstatus moet worden toegekend.

  • Met betrekking tot identificatiemissies: voorzorgen in acht nemen

    • Een identificatie door de autoriteiten van het land van herkomst kan slechts gebeuren, voor zover er eerst onderzocht werd of de betrokken persoon al dan niet een nood aan bescherming heeft, inclusief een nood conform art. 3 EVRM.
    • Het is aanbevolen om bij de identificatie een aantal voorzorgen te nemen zoals:
        • de betrokken personen vooraf op de hoogte te brengen van het feit dat er voor identificatie een gesprek zal plaatsvinden met vertegenwoordigers van hun land van herkomst.
        • de gesprekken te laten plaatsvinden in aanwezigheid van een persoon van de Belgische overheid en een persoon (tolk) die de taal van het gesprek verstaat.

Meer info

CGVS, Soedan rapport, 8 februari 2018