Nieuws

Dat zegt de rechtbank van eerste aanleg van Gent in een beschikking van 17-10-2019. Om Belg te worden moet je in een aantal gevallen je kennis van één van de drie landstalen aan niveau A2 bewijzen. Volgens het uitvoeringsbesluit van het WBN geldt o.a. het inburgeringsattest als bewijsstuk voor deze taalvereiste. Dit geldt volgens de Rechtbank van Gent ook als uit het inburgeringsattest slechts niveau A1 blijkt.
RvV arrest nr. 219.732 van 12-04-2019 vernietigt een niet-ontvankelijkheidsbeslissing door CGVS van een volgend verzoek om internationale bescherming. CGVS houdt onder meer onvoldoende rekening met een medisch attest dat gedetailleerd en conform het Istanbul-protocol elk letsel en de graad van consistentie omschrijft tussen de letsels en de verklaringen van verzoekster.
Op 11-09-2019 vernietigde de RvS twee KB's over de administratieve bijdrage voor verblijfaanvragen. Zowel de originele als de verhoogde bedragen van de retributie zijn nietig verklaard omdat ze onvoldoende onderbouwd zijn. Ook de bevoegdheid van DVZ, gemeenten en consulaire posten om een onontvankelijkheidsbeslissing te nemen, was vernietigd. DVZ betaalde sommige bedragen terug, maar stelde dat de andere retributie-KB's die niet vernietigd zijn, bleven gelden. Nochtans ging de reden van nietigverklaring ook op voor deze andere KB's, en waren er geen voldoende uitvoeringsregels meer voor een retributie. Het koninklijk besluit van 9 februari 2022 vervangt het oorspronkelijke artikel 1/1/1 Verblijfsbesluit. Hiermee brengt de Belgische Staat de retributies in verhouding tot de effectieve kost van een aanvraag en komt hij tegemoet aan de bovenvermelde rechtspraak van de Raad van State (RvS): lees hierover ons nieuwsbericht.
De standaardvermelding op de bijlage 19ter dat “voor zover de bestaansmiddelen niet ter waarde zijn van 120% van het leefloon voor een persoon met gezinslast […] de bewijzen van bestaansmiddelen vergezeld [dienen] te zijn van bewijzen van de vaste en variabele kosten van de Belg en zijn gezinsleden”, voldoet volgens RvV arrest nr. 220.295 van 25-04-2019 niet aan de onderzoeksplicht van DVZ zoals opgelegd door artikel 42 §1, tweede lid Verblijfswet.