Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 114.005 - 20-11-2013

Samenvatting

Gelet op het gestelde waaruit blijkt dat verzoeksters eigen asielaanvraag werd onderzocht, waaronder haar verzoek tot het verkrijgen van internationale bescherming wegens tegenkanting tegen besnijdenis van haar dochter en vrees voor besnijdenis van haar dochter doch niet de vrees voor besnijdenis bij een terugkeer naar Guinee in hoofde van haar dochter zelf, kan verzoekster gevolgd worden in haar betoog dat onvoldoende rekening werd gehouden met de door haar aangebrachte brief van de vzw INTACT en dat de enige motivering in de bestreden beslissing aangaande deze brief, namelijk “Overwegende dat dit document niet van die aard is dat het de essentie van de beslissing van het Commissariaat-generaal bij haar eerste asielaanvraag kan wijzigen” haar niet toelaat te begrijpen om welke reden de verwerende partij meent dat dit document niet van aard zou zijn om het Commissariaat-generaal toe te laten een andere beslissing te nemen dan in het kader van de eerste asielaanvraag. 
Waar verwerende partij van oordeel is dat de kritiek van verzoekster betrekking heeft op de formele motiveringsplicht en niet op de materiële motiveringsplicht, dient de Raad op te merken dat dit verweer niet dienstig is. De kritiek op de motivering van de bestreden beslissing is duidelijk en het onderscheid tussen formele en materiële motiveringsplicht mag er niet toe leiden dat deze kritiek niet in aanmerking wordt genomen (cf. RvS 11 juni 2009, nr. 4559 (c)). Alleszins belet de geuite kritiek verwerende partij niet om er zich op te verdedigen. Waar verzoekende partij volgens verwerende partij niet aannemelijk maakt dat zij de documenten, waaronder de brief van de vzw INTACT, niet eerder kon voorleggen dient de Raad op te merken dat zulks niet kan gelezen worden in de bestreden beslissing en dat de Raad geen rekening kan houden met een a posteriori motivering van de bestreden beslissing. In tegenstelling tot wat verwerende partij voorhoudt in haar nota toont verzoekende partij met haar betoog “De brief van de vzw INTACT dd. 27.06.2013 die verzoekster indiende in het kader van haar tweede asielaanvraag is ter zake dienend nu verzoekster een vrees voor besnijdenis inroept voor en in hoofde van haar dochtertje” wel degelijk aan dat de brief van de vzw INTACT een andere licht werpt op de eerdere beoordeling gedaan door de asielinstanties. De algemene beschouwingen ten slotte van verwerende partij dat de bestreden beslissing wel degelijk deugt en getroffen werd binnen de haar ter zake bedeelde bevoegdheid zonder miskenning van de zorgvuldigheidsplicht kunnen de kritiek van verzoekster niet weerleggen.