Raad van State - 149.807 - 4-10-2005

Samenvatting

De bestreden beslissing is gebaseerd op een uitgebreid gemotiveerd advies van de Commissie van Advies voor Vreemdelingen, dat het verzoek tot herziening ongegrond acht omwille van het feit dat tussen verzoeker en zijn echtgenote "nooit enige 'gezinscel' is ontstaan". De vestiging van een vreemdeling die gehuwd is met een Belgische onderdaan vereist wel degelijk een minimum aan relatie tussen de echtgenoten. Het doet hierbij niet terzake doet of de Procureur des Konings verzoekers huwelijk al dan niet als een schijnhuwelijk bestempelt.