Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 197.842 - 11-01-2018

Samenvatting

Zowel eerste, tweede als derde verzoekende partijen volharden in hun verklaringen geboren te zijn in Kampirak en aldaar steeds te hebben gewoond waarbij eerste verzoekende partij verduidelijkt drie jaar in Puli Khumri te hebben gewoond alvorens universitaire studies aan te vangen in Jawzja. Vierde verzoekende partij stelt evenzeer te zijn geboren in Kampirak, samen met zijn ouders te zijn opgegroeid tot zijn elfde levensjaar om vervolgens te verklaren dat hij de laatste jaren hoofdzakelijk bij zijn zus in Puli Khumri heeft verbleven. Vierde verzoekende partij geeft te kennen dat hij wilde dat zijn asielaanvraag samen met zijn neef zou worden behandeld en geeft toe daarom niet te hebben verklaard dat hij gedurende vier jaren in Puli Khumri woonde. Eerste verzoekende partij stelt dat hij bewust tijdens het gehoor geen correcte antwoorden gaf zodat de geloofwaardigheid van vierde verzoekende partij niet in het gedrang zou komen.
 
Aangezien tweede, derde en vierde verzoekende partijen minderjarig waren bij aankomst in België en er begrip kan worden opgebracht voor de betrachting van vierde verzoekende partij om op dat moment als minderjarige zijn asielaanvraag samen behandeld te willen zien met deze van zijn neven en nicht en er gelet op de voormelde onthulling geen duidelijk beeld kan worden gevormd van verzoekers’ werkelijke kennis omtrent hun streek van afkomst en verblijfplaatsen, meent de Raad dat het dan ook redelijk voorkomt verzoekende partijen opnieuw te horen omtrent hun streek van afkomst en verblijf en in voorkomend geval over de redenen die hen hebben aangezet hun land te verlaten en dit mede gelet op de bijkomende stukken die verzoekende partijen met een aanvullende nota aan de Raad hebben overgemaakt ter staving van hun afkomst en verblijf in Afghanistan.