Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 195.577 - 27-11-2017

Samenvatting

Verzoeker wijst op de objectieve informatie die hij in het kader van zijn verblijfsaanvraag aanbracht bij het bestuur om aan te tonen dat de behandelingsmogelijkheden in Nigeria onvoldoende zijn om te kunnen spreken van een adequate behandeling. Hij stelt dat deze onvermeld wordt gelaten en niet lijkt te zijn onderzocht, terwijl ook actuele bronnen deze informatie bevestigen. Hij betoogt dat verweerder uitsluitend terugvalt op de informatie uit de MedCOI-databank die evenwel geen indicatie geeft omtrent de eigenlijke beschikbaarheid van de zorg en niets zegt over de schaal waarop de zorgen beschikbaar zijn, de draagkracht en de toegankelijkheid ervan.
 
Uit de stukken van het administratief dossier blijkt dat verzoeker in zijn verblijfsaanvraag wees op rapporten inzake de (mentale) gezondheidszorg in Nigeria waaruit blijkt dat er een tekort bestaat aan gekwalificeerd personeel en materiaal, waaronder psychiaters, dat slechts 10 % van de mensen met ernstige mentale aandoeningen de noodzakelijke medische zorgen krijgen, dat er slechts 4 psychiatrische ziekenhuisbedden zijn per 100.000 personen en dat het probleem zich voornamelijk buiten de grote steden stelt. Verder stipte verzoeker het gestelde in deze rapporten aan dat het grootste deel van de zorg is te betalen door de patiënten en hun familieleden, hetgeen in de praktijk vaak tot moeilijkheden leidt voor behandelingen van lange duur. Er werd ook gewezen op het grote stigma dat de meeste personen met mentale gezondheidsproblemen ervaren.
 
Verzoeker wees aldus op een volgens hem problematische toegankelijkheid van de vereiste medische zorgen, omwille van een te beperkte beschikbaarheid hiervan en omwille van financiële en geografische beperkingen.
 
In zijn arrest Paposhvili tegen België van 13 december 2016 stelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, zoals verzoeker aanhaalt, dat de overheden op individuele wijze moeten nagaan of de gezondheidszorgen die beschikbaar zijn in het herkomstland voldoende en adequaat zijn in de praktijk voor de behandeling van de aandoening van de aanvrager en om te voorkomen dat hij onmenselijk of vernederend wordt behandeld. Bij de beoordeling van de toegankelijkheid van de noodzakelijke medische zorgen in het land van herkomst moet rekening worden gehouden met de kost van medicatie en behandeling, de aanwezigheid van een sociaal en familiaal netwerk en de afstand die moet worden afgelegd om toegang te hebben tot de benodigde zorg.
 
In zijn advies geeft de arts-adviseur op algemene wijze aan dat de noodzakelijke medische zorgen als dusdanig beschikbaar zijn in Nigeria. Vervolgens duidt hij dat in het kader van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet ook moet worden nagegaan wat de mogelijkheden zijn voor de aanvrager om toegang te krijgen tot deze medische zorgen en of er een systeem bestaat dat de aanvrager in staat stelt om de vereiste zorgen te verkrijgen. Hij merkt wel op dat het er niet om gaat zich ervan te verzekeren dat het kwaliteitsniveau van dit systeem vergelijkbaar is met het systeem zoals het in België bestaat. Hij gaat vervolgens in op de verschillende systemen van ziektekostenverzekering zoals deze in Nigeria bestaan en oordeelt dat gelet op deze systemen en nu kan worden aangenomen dat verzoeker door te werken kan instaan voor de kosten die gepaard gaan met de noodzakelijke hulp alsook terecht kan bij familie, vrienden of kennissen voor (tijdelijke) opvang en hulp bij het doen verstrekken van de nodige zorgen en/of (tijdelijke) financiële hulp, de toegankelijkheid van de medische zorgen voldoende blijkt.
 
Verzoeker wees evenwel ook op een te beperkte beschikbaarheid van de noodzakelijke medische zorgen in combinatie met mogelijk geografische beperkingen in verband met de toegankelijkheid van deze medische zorgen. Bij de verblijfsaanvraag lagen stukken voor die aangaven dat verzoeker afkomstig is uit Ekpon, Edo State, hetgeen door verweerder niet wordt betwist. Dit gegeven werd evenwel niet betrokken bij de beoordeling. De Raad is van mening dat een meer geïndividualiseerd onderzoek in dit verband zich in casu wel degelijk opdrong. Enerzijds gelet op de voorliggende gegevens die erop wijzen dat slechts een zeer beperkte groep van de mensen met ernstige mentale gezondheidsproblemen de noodzakelijke medische zorgen verkrijgen en dit samenhangt met een beperkte en/of geografisch ongelijke beschikbaarheid van deze medische zorgen. Anderzijds waar de arts-adviseur inzake het vermelde medische belang van bijstand of ondersteuning bij onder meer het regelmatig nemen van de medicatie en de emotionele ondersteuning en de GAF-score tussen 40 en 31 die wijst op een vermindering in realiteitsbesef of communicatie of een sterkte vermindering op verschillende terreinen zoals werk of school, aangaf dat verzoeker beter af is bij zijn familie in Nigeria.
Dit maakt evenwel ook dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat verzoeker zich in zijn herkomstland kan vestigen in een andere regio voor het ontvangen van de vereiste medische zorgen dan deze waar zijn sociaal en familiaal netwerk zich bevindt. In zoverre verzoeker in dit verband stelt dat hij geen dergelijk netwerk heeft in het herkomstland, merkt de Raad wel op dat de voorliggende stukken aangeven dat verzoeker minstens nog zijn zus heeft in het herkomstland en geen concrete elementen voorliggen dat hij niet bij haar terecht kan voor (al dan niet tijdelijke) hulp of bijstand. Gelet op hetgeen voorafgaat, blijkt niet dat het gevoerde onderzoek naar het beschikbaar en toegankelijk zijn van een voor verzoeker adequate behandeling in het herkomstland voldoende geïndividualiseerd was.
Het verweer in de nota met opmerkingen doet geen afbreuk aan de gedane vaststellingen. De Raad merkt in dit verband op dat verweerder voorbij lijkt te gaan aan de geëvolueerde rechtspraak van het EHRM zoals deze tot uiting komt in het reeds aangehaalde arrest Paposhvili tegen België van 13 december 2016.
 
Een schending van het zorgvuldigheidsbeginsel juncto artikel 9ter van de Vreemdelingenwet wordt aangetoond waar in het medisch advies geen voldoende zorgvuldig onderzoek blijkt naar alle voorliggende medische gegevens en naar de beschikbaarheid en toegankelijkheid voor verzoeker van de noodzakelijk geachte medische zorgen in het herkomstland Nigeria. Aangezien de bestreden beslissing, zoals reeds gesteld, volledig is opgehangen aan het advies van de arts-adviseur, is deze met dezelfde onregelmatigheid behept.