Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 190.151 - 28-07-2017

Samenvatting

De Raad stelt vast dat niet wordt betwist en uit het administratief dossier blijkt dat verzoeker op minderjarige leeftijd, met zijn minderjarige zus als weeskinderen op legale wijze naar België zijn gekomen in 2001 in het kader van gezinshereniging meer bepaald een pleegvoogdij. Het blijkt dat hij van 2001 tot 2008 legaal verblijf gehad heeft, dat de zus van verzoeker, S.E., ernstig psychisch ziek is, op 7 juli 2010 in het bezit werd gesteld van een B-kaart, sedert 22 december 2005 voltijds was opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis S.A te M. tot minstens de datum van de nota, zijnde 11 maart 2013 en op 17 juli 2006 werd erkend door de FOD Sociale Zekerheid als persoon met een handicap. Talrijke attesten van opname in de psychiatrie zitten in het administratief dossier
.
De Raad moet met verzoeker vaststellen dat ondanks de uitgebreid gemotiveerde beslissing, de gemachtigde geen rekening heeft gehouden met dit aangevoerde element, met name met die band tussen verzoeker en zus S.E., die door de psychische aandoening van die zus anders is dan de gewone affectieve banden tussen broers of zussen. De gemachtigde heeft enkel haar naam vernoemd als zijnde “een familielid dat in België verblijft”. Dit kan niet volstaan om aan te nemen dat de gemachtigde zorgvuldig heeft rekening gehouden met het door verzoeker uitdrukkelijk aangehaalde in de actualisering van 27 juni 2012.