Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 184.707 - 30-03-2017

Samenvatting

De verzoekende partij meent dat de eerste bestreden beslissing niet afdoende gemotiveerd is omdat er volgens haar geen rekening werd gehouden met het schrijven van 12 oktober 2016 waarin de behandelende arts attesteert dat de heer A.N.S. ten gevolge van palliatief ontslag naar huis is en met de bijkomende medische attesten die neergelegd werden. In het kader hiervan benadrukt ze ook het gezinsleven dat ze leidt met de heer A.N.S.
 
Uit het administratief dossier blijkt dat de verzoekende partij als voornaamste buitengewone omstandigheid en reden ten gronde aangevoerd heeft dat haar echtgenoot, de heer A.N.S., een hersentumor heeft, hiervoor chemotherapie krijgt en dat de dokters geattesteerd hebben dat gelet op de ernst van de aandoening van de echtgenoot van de verzoekende partij er een absolute noodzaak is tot adequate mantelzorg en begeleiding door zijn echtgenote en familie. Voorts beroept de verzoekende partij zich ook op haar privéleven die ze leidt met de heer A.N.S.
 
Bij schrijven van 15 maart 2017 legt de advocaat van de verzoekende partij de overlijdensakte van de heer A.N.S. neer. Hieruit blijkt dat de heer A.N.S. op 22 februari 2017 overleden is.
 
Daar de heer A.N.S. op 22 februari 2017 overleden is, heeft de verzoekende partij geen belang bij haar grief dat de verwerende partij niet afdoende gemotiveerd heeft omtrent haar schrijven van 12 oktober 2016 in de eerste bestreden beslissing en dat de verwerende partij geen afdoende rekening heeft gehouden met haar gezins- en privéleven dat ze leidt met de heer A.N.S. Voor het overige betwist de verzoekende partij de overige motieven van de eerste bestreden beslissing niet.