Rechtbank van eerste aanleg Brugge - 14/1265/A - 29-10-2014

Samenvatting

Artikel 1476 quater, alinea 2 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de ambtenaar de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning kan uitstellen gedurende ten hoogste 2 maanden vanaf de afgifte van het ontvangsbewijs teneinde bijkomend onderzoek te verrichten.
 
Uit niets blijkt dat de Procureur des Konings deze termijn met hoogstens 3 maanden zou hebben verlengd en dit zou hebben meegedeeld aan verweerder, noch dat laatstgenoemde hiervan de eisers in kennis stelde.
 
In casu heeft verweerder geen definitieve beslissing genomen binnen de voornoemde termijn van 2 maanden zodat hij ingevolge artikel 1476 quater, alinea 3 van het Burgerlijk Wetboek onverwijld melding diende te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister. De weigeringsbeslissing is laattijdig.