Wat houdt materiële opvang in voor een verzoeker om internationale bescherming?

Inhoud

Elke verzoeker om internationale bescherming (VIB) heeft recht op opvang die hem in staat moet stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. In een aantal gevallen kan de materiële opvang beperkt worden.

Op het moment van toewijzing van de verplichte plaats van inschrijving moet je een informatiebrochure krijgen. De brochure omschrijft je rechten en plichten in een voor jou begrijpelijke taal. (art. 14 Opvangwet)

Je hebt recht op toegang tot een sociale tolk- en vertaaldienst. Deze moet ervoor zorgen dat je je rechten en plichten, die omschreven zijn in de Opvangwet, kan uitoefenen. (art. 15 Opvangwet)

Je hebt recht op de medische hulpverlening en verzorging die noodzakelijk is om een leven te kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Dit omvat ook psychologische begeleiding. (art. 23 tem 30 Opvangwet)

Bij verblijf in een Lokaal Opvanginitiatief (LOI), draagt het OCMW de kosten. Bij andere opvangstructuren draagt Fedasil deze.

Bij verblijf in een opvangstructuur, organiseert deze de medische begeleiding. Naargelang de structuur en de medische problematiek kan de opvangstructuur beroep doen op externe zorgverleners, bijvoorbeeld een psycholoog. Verblijf je in een opvangstructuur en werk je, dan komt de ziekteverzekering tussen. 

Verblijf je niet in een opvangstructuur omdat:

  • je niet wenst te verblijven in een opvangstructuur (je verblijft bijvoorbeeld bij familie of vrienden)
  • je geen recht van opvang hebt bij een volgende verzoek om internationale bescherming 
  • Je na een sanctie bent uitgesloten van de opvang 

dan heb je toch recht op terugbetaling van je medische kosten door Fedasil.

De RIZIV-nomenclatuur lijst de medische zorgen op die het als medische begeleiding beschouwt. Deze worden terugbetaald. Het ‘koninklijk besluit van 9 april 2007 tot bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die niet verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang omdat zij manifest niet noodzakelijk blijken te zijn en tot bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die tot het dagelijks leven behoren en verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang’ voegt enkele medische zorgen toe aan de RIZIV-nomenclatuur en sluit ook enkele zorgen uit de RIZIV-nomenclatuur uit van terugbetaling .

Beroepsprocedure ingeval van weigering medische zorgen (art. 47 Opvangwet)

Als je meent dat Fedasil of het OCMW je ten onrechte bepaalde noodzakelijke medische zorgen ontzegt, kan je binnen de vijf dagen tegen deze beslissing een beroep tot herziening indienen bij:

  • de OCMW-raad voor personen die verblijven in een LOI
  • de directeur-generaal van Fedasil voor alle andere personen

De OCMW-raad of de directeur-generaal van Fedasil moet binnen de 30 dagen na de indiening van het beroep een beslissing nemen. Als er geen tijdig antwoord is, blijft de weigeringsbeslissing behouden. Tegen een negatieve beslissing of gebreke aan beslissing binnen de termijn van 30 dagen, kan je beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank. Dit beroep moet je binnen de drie maanden na de beslissing indienen. Lees meer op de pagina medische kosten als verzoeker internationale bescherming.

Je hebt recht op geïndividualiseerde maatschappelijke begeleiding. Om hiervan gebruik te kunnen maken, krijg je toegang tot een sociale dienst. Een maatschappelijk werker zal je informeren en begeleiden. (art. 31-32 Opvangwet)

Je hebt recht op eerste- en tweedelijns juridische bijstand (art. 33 Opvangwet):

  • Eerstelijnsbijstand is een gratis eerste juridisch advies dat wordt verstrekt door rechtsbeoefenaars tijdens juridische permanenties. Deze permanenties worden georganiseerd in de justitiepaleizen, de vredegerechten, de justitiehuizen, bepaalde gemeentelijke administraties, sommige OCMW's en verschillende vzw's die over een juridische dienst beschikken.
  • Tweedelijnsbijstand omvat gratis toegang tot de bijstand van een advocaat in het kader van een rechtszaak of administratieve procedure. Je kan beroep doen op de bureaus voor juridische bijstand voor het verkrijgen van een pro deo advocaat.

Je hebt recht op een individueel wekelijks zakgeld (art. 34 Opvangwet). Het KB van 1 april 2007 over zakgeld regelt de toekenning hiervan.

Het is mogelijk om gemeenschapsdienst te verrichten in het opvangcentrum. Zo kan je een verhoging van je zakgeld bekomen. De gemeenschapsdienst wordt niet beschouwd als arbeid of als vrijwilligerswerk. Je hebt dus geen arbeidskaart nodig om gemeenschapsdienst te verrichten.

In de individuele opvangstructuren, zoals een LOI, wordt een deel van de materiële hulp in de vorm van leefgeld toegekend aan de bewoners, zodat zij zelf de nodige aankopen kunnen doen. Want er is bijvoorbeeld geen collectieve keuken. Dit is geen zakgeld in de zin van het KB.

De opvangstructuren moeten cursussen en opleidingen organiseren of de kosten ervan ten laste nemen om een zinvolle dagbesteding aan te bieden. (art. 35 Opvangwet)

Je hebt als verzoeker om internationale bescherming het recht om te werken na een wachtperiode van 4 maanden. Tijdens de wachtperiode van 4 maanden mag het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) geen beslissing hebben genomen. Je kan werken tot er een beslissing wordt betekend door het CGVS of door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Lees hier of je recht hebt om te werken als asielzoeker, subsidiair beschermde of erkend vluchteling.

Als je als verzoeker om internationale bescherming in de opvang verblijft en werkt, moet je een bijdrage betalen aan Fedasil. In bepaalde gevallen zal Fedasil de opvang zelf stopzetten. Lees meer over het recht op materiële opvang als verzoeker om internationale bescherming.

Fedasil heeft een akkoord met de VDAB en FOREM om, mits hun toestemming, asielzoekers in de opvang die kunnen werken of die een statuut bekwamen toe te leiden naar deze dienst. De VDAB geeft ondersteuning bij het oriënteren naar de arbeidsmarkt, het volgen van beroepsopleidingen en het voorbereiden van een CV of sollicitatie. De opvangstructuren moeten ook potentiële werkgevers die met hen contact opnemen doorverwijzen naar de VDAB. Hierover werden instructies uitgevaardigd door Fedasil. 

Als verzoeker om internationale bescherming, met recht op materiële opvang, mag je vrijwilligerswerk doen. De minimumleeftijd is hierbij vijftien jaar. NBM moeten hiervoor wel de toestemming hebben van hun voogd. Lees meer over de instructie van Fedasil over de toegang tot vrijwilligerswerk en andere begunstigden van de opvang.

Van in het begin van de opvang

De Opvangwet (artikel 6 /1 wet van 12 januari 2007) en de instructie van Fedasil betreffende het terugkeertraject en de toewijzing aan een open terugkeerplaats van 20 oktober 2015 leggen een aantal momenten vast waarop je als verzoeker om internationale bescherming informatie moet ontvangen over terugkeer:

  • Bij de registratie van je verzoek om internationale bescherming ontvang je informatie van DVZ.
  • Bij de intake in de opvang vermelden de maatschappelijk werkers het vrijwillige terugkeerprogramma en de mogelijkheid hierop in te tekenen in elke fase van de procedure. Ze geven daarnaast ook reeds de informatie over de toewijzing aan een terugkeerplaats bij een negatieve afloop van de asielprocedure.
  • Binnen vijf dagen na de negatieve beslissing van het CGVS moet de maatschappelijk werker deze informatie opnieuw met je bespreken
  • Binnen de week na de zitting in het kader van het schorsend beroep voor de RVV, moet de maatschappelijk werker deze informatie opnieuw met je bespreken.

Fedasil biedt deze terugkeerbegeleiding aan in alle opvangstructuren van het opvangnetwerk.

Tijdens deze gesprekken houdt de maatschappelijk werker een terugkeerbegeleidingsplan bij. Daarop geeft hij een indicatie over jouw wil om terug te keren naar je land van herkomst. Als er obstakels zijn om dit te doen, bespreekt hij die ook. Wanneer je aan het einde van je asielprocedure een open terugkeerplaats krijgt toegewezen, stuurt hij dit document naar de maatschappelijke werkers van deze nieuwe opvangplaats.

Aan het einde van het recht op opvang krijg je als uitgeprocedeerde verzoeker een gespecialiseerde terugkeerplaats aangeboden. Lees meer over waar je als verzoeker om internationale bescherming recht hebt op materiële opvang.

In de open terugkeerplaats

In de terugkeerplaatsen is er begeleiding door een maatschappelijk werker van Fedasil. Maar er is ook een verbindingsambtenaar van DVZ aanwezig, die vooral aan pre-identificatie werkt.

Bij aankomst in de OTP informeert de maatschappelijk werker je over het terugkeertraject in de terugkeerplaats en over de verschillende betrokken actoren. Elk meerderjarig gezinslid vult een identificatiefiche in en ondertekent het document, dat de maatschappelijk werker doorstuurt aan de verbindingsambtenaar van DVZ. De ambtenaar controleert alle gegevens.

Op basis van het terugkeerbegeleidingsplan dat de maatschappelijk werker van de vorige opvang overmaakte, stelt de huidige maatschappelijk werker een terugkeerdossier op. Hij informeert en sensibiliseert je over de mogelijkheid tot vrijwillige terugkeer. Hij identificeert eventuele belemmeringen en zoekt een oplossing.

Hij gaat ook na of er nog verblijfsprocedures hangende zijn. Als dat het geval is, zal DVZ die prioritair behandelen. Er wordt meestal geen rekening gehouden met nieuwe verzoeken om internationale bescherming. Bij een nieuwe verzoek zal in principe zelfs de opvang in de terugkeerplaats worden stopgezet.

Lees meer over de duur van de opvang in de OTP.

Sancties

Als je een ernstige overtreding begaat tegen de voorschriften en werkingsregels die gelden in de opvangstructuren kan je een van volgende sancties krijgen. Dit is een exhaustieve lijst. Andere sancties zijn onwettig.

  • een formele verwittiging
  • tijdelijke uitsluiting van deelname aan de activiteiten georganiseerd door de opvangstructuur
  • tijdelijke uitsluiting van de mogelijkheid tot het verrichten van betaalde gemeenschapsdiensten
  • beperking van de toegang tot sommige diensten
  • verplichting om taken van algemeen nut te verrichten
  • tijdelijke opheffing of vermindering van de dagvergoeding met een maximumtermijn van 4 weken
  • overplaatsing naar een andere opvangstructuur
  • tijdelijke uitsluiting van het recht op materiële steun in de opvangstructuur voor de maximale duur van één maand
  • definitieve uitsluiting van het recht op materiële steun in een opvangstructuur

Beide uitsluitingssancties kunnen enkel worden opgelegd in het geval van:

  1. een zeer ernstige inbreuk op het huishoudelijk reglement van de opvangstructuur, die het personeel of de andere bewoners van de opvangstructuur in gevaar brengt 
  2. een zeer ernstige inbreuk op het huishoudelijk reglement, die duidelijke risico’s inhoudt voor de veiligheid of de naleving van de openbare orde in de opvangstructuur.

De definitieve uitsluiting kan enkel worden opgelegd nadat een tijdelijke uitsluiting van één maand geen oplossing kon bieden. Hierop bestaat één uitzondering:

bij ernstige gevallen van fysiek of seksueel geweld kan de sanctie onmiddellijk worden opgelegd.

De wet geeft niet aan welke gewelddaden het als ‘ernstig’ beschouwt. De memorie van toelichting verduidelijkt dat de centrumverantwoordelijk dit zal beoordelen na een ‘gedetailleerd onderzoek’ waarbij hij/zij de asielzoeker vooraf hoort. Wanneer de centrumverantwoordelijke beslist om een sanctie op te leggen moet hij/zij dit motiveren en de beslissing overmaken aan de directeur-generaal van Fedasil. De directeur-generaal kan de sanctie bevestigen, opheffen of verminderen. Dit moet gebeuren binnen een termijn van drie dagen. Je kan als uitgesloten asielzoeker wel nog beroep doen op medische begeleiding.

Een beslissing tot beperking of intrekking van het recht op opvang moet individueel gemotiveerd zijn en rekening houden met je specifieke situatie, met name in geval van kwetsbaarheid, en moet het redelijkheidsbeginsel in acht nemen. Het recht op medische begeleiding en het recht op een waardige levensstandaard moeten steeds gewaarborgd blijven.

Artikel 45 van de Opvangwet voorziet bovendien in een extra waarborg:

Na het opleggen van de sanctie kan je een verzoek tot herziening instellen bij Fedasil. Fedasil kan een vermindering of opheffing van de sanctie toestaan wanneer je aantoont dat je geen toegang meer hebt tot alternatieve oplossingen. Fedasil neemt een gemotiveerde beslissing binnen een termijn van 5 dagen.

Ben je niet akkoord met deze beslissing dan is het mogelijk een beroep in te dienen bij de arbeidsrechtbank binnen een termijn van drie maanden na de bevestiging van de beslissing door Fedasil.

Klachten

Je hebt als bewoner van de opvang het recht om een klacht in te dienen over:

  • de levensomstandigheden in de opvangstructuur 
  • de toepassing van het huishoudelijk reglement.

Art. 46 van de Opvangwet voorziet volgende klachtenprocedure:

  • Je kan je sociaal assistent, advocaat, vertrouwenspersoon,… vragen om te helpen bij het opstellen van de klacht. Dit gebeurt best schriftelijk. De klacht moet in één van de landstalen of in het Engels worden opgesteld. De opvangstructuur heeft hiervoor een aangepast formulier maar dit kan even goed op een blad papier. Je vermeldt best volgende elementen: datum, naam en voornaam van de bewoner, adres, onderwerp van de klacht en handtekening van beide partijen (of wettelijke vertegenwoordiger). 
  • Je dient de klacht in bij de verantwoordelijke van de opvangstructuur. 
  • De verantwoordelijke van de opvangstructuur heeft zeven dagen de tijd om een oplossing voor te stellen. 
  • Als de verantwoordelijke van de opvangstructuur niet binnen de zeven dagen reageert, of indien je niet tevreden bent met de aangeboden oplossing, kan je de klacht schriftelijk richten tot de directeur-generaal van Fedasil of tot de door de opvangpartner aangewezen persoon die door Fedasil erkend werd. Hierop moet binnen de 30 dagen een schriftelijk antwoord komen. 
  • Als Fedasil antwoordt binnen de 30 dagen of je bent niet tevreden met het antwoord, dan kan je een klacht indienen bij de federale ombudsman.