Arbeidshof Brussel - 2022/CB/15 - 28-03-2023

Samenvatting

Het Arbeidshof van Brussel veroordeelt Fedasil tot een boete van 2.500 euro wegens manifest misbruik van juridische procedures. Het ging hier om een verzoeker om internationale bescherming (VIB) die geen opvang kreeg. De VIB dwong bij de arbeidsrechtbank van Brussel een veroordeling van Fedasil af, maar Fedasil ging hiertegen in beroep bij het Arbeidshof. Fedasil beriep zich op het fundamenteel recht op een eerlijk proces, waaronder het recht op toegang tot de rechter (art. 6 EVRM). Door de verzadiging van het opvangnetwerk is het volgens hun niet mogelijk iedere VIB van opvang te voorzien. Het Hof meent echter dat er geen sprake is van overmacht en dat Fedasil in gebreke blijf de Opvangwet correct toe te passen. Door niet in de gepaste opvang te voorzien dwong Fedasil de VIB ertoe gerechtelijke stappen te zetten terwijl hij dat eigenlijk niet zou moeten doen omdat zijn recht op opvang vaststaat. De kern van het arrest is dat Fedasil wordt veroordeeld omdat het misbruik heeft gemaakt van het recht vervat in art. 6 EVRM. Dit is geen absoluut recht. Het kan beperkt worden als er een legitiem doel is en de beperking proportioneel is. Het Hof acht de inperking gerechtvaardigd. Het doel van de sanctie (780bis, alinea 1 Gerechtelijk Wetboek) is legitiem en de maatregel strekt niet verder dan strikt noodzakelijk is. Het Arbeidshof  stelt dat Fedasil de werking van het gerechtelijk apparaat verstoort en manifest misbruik te maakt van de juridische procedures door in beroep te gaan tegen een veroordeling om opvang te voorzien.