Arbeidshof
Antwerpen
2013/AA/463
Art. 30 RMI-wet – lessen Nederlands – afwezigheid – tijdelijke schorsing leefloon – geen wettelijke basis – vernietiging

In de bestreden beslissing wordt de toekenning van het leefloon afgeschaft van 1 augustus 2012 tot en met 8 augustus 2012 omwille van de hierna volgende reden: "In april 2012 kreeg u een eerste schriftelijke waarschuwing voor het onwettig afwezig zijn In de les Nederlands. In mei 2012 was u een tweede keer onwettig afwezig en kon u deze afwezigheid bij de school later niet wettigen. U heeft zich dus niet aan de afspraken gehouden. Hierdoor schaft het OCMW het leefloon voor 8 dagen af." Het OCMW legde m.a.w. de afschaffing van het leefloon als sanctie op omdat de heer Yusein zich niet zou gehouden hebben aan gemaakte afspraken, en meer bepaald omwille van zijn ongewettigde afwezigheden. 

Net zoals de eerste rechters is ook het arbeidshof van oordeel dat er geen wettige basis is om een administratieve sanctie aan de heer op te leggen. Immers, slechts in 2 gevallen kan een administratieve sanctie opgelegd worden in het kader van de RMI-wet. Deze zijn terug te vinden in artikel 30, §1 en §2 RMI-wet, dat als volgt luidt:

"§ 1. Indien de betrokkene verzuimt bestaansmiddelen aan te geven waarvan hij het bestaan kent, of als hij onjuiste af onvolledige verklaringen aflegt die het bedrag van het leefloon beïnvloeden, kan de uitbetaling van het leefloon geheel af gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste zes maanden, of In geval van bedrieglijk opzet, voor ten hoogste twaalf maanden. In geval van herhaling binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de dag waarop de sanctie voor een vorig verzuim of onjuiste verklaring definitief is geworden, kunnen de bovenvermelde periodes worden verdubbeld. Geen sanctie kan nog worden uitgesproken na verloop van twee jaar vanaf de dag waarop het verzuim werd begaan of de onjuiste verklaring werd gedaan. Geen sanctie kan nog worden uitgevoerd na verloop van twee jaar vanaf de dag waarop de sanctie definitief' Is geworden.

§ 2. Indien de betrokkene, na aanmaning, de verplichtingen die In het contract betreffende een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, zoals bedoeld In de artikelen 11 en 13, § 2, vermeld zijn, zander wettige redenen, niet naleeft, kan de uitbetaling van het leefloon na het advies van de maatschappelijk werker belast met het dossier, geheel of gedeeltelijk worden geschorst voor een periode van ten hoogste een maand. In geval van herhaling binnen een termijn van ten hoogste een jaar, kan de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst.De in het eerste lid bepaalde sanctie gaat in op de eerste dag van de tweede maand volgend op de beslissing van het centrum."

In casu is er tot op heden geen enkel bewijs van verzuim door de heer van aangifte van bestaansmiddelen waarvan hij het bestaan kende, noch van een onvolledige of onjuiste verklaring die het bedrag van zijn leefloon beïnvloedde (artikel 30, § 1, RMI-wet). Evenmin kan er een overtreding van een GPMI (Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke integratie) worden vastgesteld bij gebrek aan een afgesloten GPMI (artikeI 30, § 2, RMI-wet). Derhalve is er geen wettige basis aangetoond om een administratieve sanctie op te leggen aan de heer Yusein en werd dit deel van de beslissing terecht vernietigd door de eerste rechters.