Arbeidshof
Luik
2011/AL/592
Asielzoeker - verzadiging opvangnetwerk - niet-toewijzing - geen bijzondere omstandigheid - art. 11, § 3 Opvangwet - uitzonderlijke omstandigheid - art. 11, § 4 Opvangwet - motiveringsplicht - materiële hulp - onmogelijke uitvoering in natura - schadevergoeding - schade niet bewezen - ongegrond

De asielzoeker heeft recht op materiële opvang en slechts in tweede orde op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW. Op basis van artikel 9 Opvangwet moet de asielzoeker een verplichte plaats van inschrijving krijgen. De niet-toewijzing van een verplichte plaats van inschrijving op basis van artikel 11, § 3 Opvangwet of de opheffing ervan op basis van artikel 13 Opvangwet kan maar onder ‘bijzondere omstandigheden’. De bijzondere omstandigheid is een omstandigheid eigen aan de persoon van de asielzoeker. Diens persoonlijke situatie moet verschillend zijn van deze van de andere rechthebbenden. Deze bijzondere omstandigheid moet duidelijk en nauwkeurig blijken uit de beslissing van Fedasil in toepassing van artikel 11, § 3 of artikel 13 Opvangwet. De verzadiging van het opvangnetwerk heeft niets te maken met de persoonlijke situatie van de asielzoeker. Bovendien kwalificeert de wetgever de verzadiging als ‘uitzonderlijke omstandigheid’ in artikel 11, § 4 Opvangwet.De voorwaarden van artikel 11, § 4 Opvangwet zijn dat er uitzonderlijke omstandigheden verbonden aan de beschikbare opvangplaatsen in de opvangstructuren zijn, dat er rapport van Fedasil hierover is en een beslissing van de Ministerraad. Fedasil legde aan de Ministerraad dergelijk rapport voor. Het uitblijven van een beslissing van de Ministerraad na verschillende maanden maakt geen overmacht uit die toepassing van artikel 11, § 4 Opvangwet verhindert. Overmacht ontsnapt volledig aan de wil en de voorzienbaarheid van de betrokken partij. Het uitblijven van een beslissing gedurende ‘maanden’ is natuurlijk wel voorzienbaar. Artikel 11, § 4 liet dus niet toe om geen verplichte plaats van inschrijving toe te wijzen maar wel om een OCMW aan te wijzen als plaats van inschrijving. Veronderstelt dat de verzadiging van het opvangnetwerk geldt als bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 11, § 3 Opvangwet dan nog is niet duidelijk waaruit de bijzondere omstandigheid, in dit specifiek geval, bestaat die de inschrijving verhindert. Het begrip ‘aan uw behoeften aangepaste verplichte plaats van inschrijving’ is te algemeen en laat niet toe de bijzonder ‘behoefte’ te bepalen. Noch het OCMW van Brussel noch het OCMW van Verviers zijn aangeduid als verplichte plaats van inschrijving. Zij moeten dus geen maatschappelijke dienstverlening betalen gelet op artikel 57ter OCMW-wet. Op basis van artikel 11, § 1 Opvangwet was Fedasil verplicht om de asielzoeker een verplichte plaats van inschrijving toe te wijzen. Het niet nakomen van een verplichting om te doen wordt gesanctioneerd met veroordeling tot uitvoeren in natura of bij gebreke hieraan het betalen van een schadevergoeding conform artikel 1142 BW. De asielzoeker toont noch het bestaan van de schade noch de grootte van de schade aan die hij zou geleden hebben door de fout van Fedasil.