Arbeidsrechtbank
Brussel
22/1217/K
Opvang – verzoeker om internationale bescherming – uiterst dringende noodzakelijkheid – eenzijdig verzoekschrift – algemene praktijk Fedasil om geen opvang te verlenen – dwangsommen – doelbewuste en systematische schending door Fedasil – schending strafwetboek – melding aan openbaar ministerie – veroordeling met dwangsom van 1000 euro per dag

Verzoeker dient een aanvraag in voor internationale bescherming en tracht een opvangplaats te verkrijgen bij Fedasil omwille van zijn precaire situatie. Fedasil weigert hem op te vangen omdat hun opvangcapaciteit reeds ruim overschreden is.

 

Het gaat om een spoedeisende procedure daar verzoeker momenteel op straat leeft hetgeen geen menswaardig leven is.

 

Verzoeker heeft asiel aangevraagd en heeft daarom in principe recht op opvang gedurende de procedure van de asielaanvraag. De verzadiging van het opvangnetwerk is geen reden om af te wijken van de verplichtingen die de wet Fedasil opdraagt. Het verzoek wordt daarom ook gegrond verklaard.

 

Betreffende de dwangsom, constateert de rechtbank vooreerst dat Fedasil gedurende verschillende maanden een constante en wijdverbreide praktijk van niet-naleving van de wet heeft ingesteld en gehandhaafd. Fedasil schendt de wet op een systematische wijze, aldus de arbeidsrechtbank. Omwille van deze reden acht de rechtbank het passend een dwangsom - een geldboete van 1000 euro per nacht dat verzoeker op straat slaapt - op te leggen waarvan het bedrag voldoende afschrikkend is om Fedasil ertoe aan te zetten het vonnis na te leven en dus het recht te eerbiedigen.