Arbeidsrechtbank Brussel - 15/1/C - 23-01-2015

Samenvatting

Het feit dat verzoeksters zoon door de jeugdrechtbank geplaatst werd, zorgt er voor dat het bevel om het grondgebied te verlaten in hoofde van verzoekster niet kan worden uitgevoerd. Deze maatregel stelt verzoekster in de onmogelijkheid om samen met haar kind het grondgebied te verlaten. Indien verzoekster zou worden verplicht het grondgebied te verlaten, zou dit een schending van het recht op gezinsleven van artikel 8 EVRM uitmaken. In die omstandigheden kan artikel 57, §2 van de OCMW-wet niet van toepassing zijn. Het is dan ook gerechtvaardigd om verzoekster als voorlopige maatregel sociale bijstand toe te kennen gelijkwaardig aan het leefloon om in haar onderdak, voedsel en transportkosten om haar zoon te bezoeken te voorzien.