Arbeidsrechtbank Gent - 176.893 - 26-03-2007

Samenvatting

Het is niet in te zien hoe de eerste eiser de interne mail anders moet interpreteren dan hij doet. De inhoud is klaar en duidelijk en spreekt voor zich: de werkgever wenste zonder meer geen vreemdeling aan te werven. Het geheel van deze elementen doet vermoeden dat de eerste eiser werd gediscrimineerd op basis van zijn nationale of etnische afstamming en dat zijn kandidatuur enkel om die reden werd afgewezen. De bewijslast rust derhalve, ingevolge artikel 19 § 3 Antidiscriminatiewet, op de verwerende partijen. Verwerende partijen tonen niet aan dat het verschil in behandeling objectief en redelijk gerechtvaardigd was, noch dat de afstamming een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste was. Op grond van al deze factoren is geen andere conclusie mogelijk dan dat de verwerende partijen zich schuldig hebben gemaakt aan directe discriminatie.