Vijf jaar beperkt verblijf voor ouder & kind PIB

Vijf jaar beperkt verblijf voor ouder & kind

De eerste vijf jaar heb je een verblijfsrecht van beperkte duur. Heb je de procedure in het buitenland opgestart dan begint de termijn van vijf jaar te lopen vanaf de afgifte van de eerste A kaart. Als je van de gemeente eerst een bijlage 15 kreeg, nog voor de afgifte van de A kaart, dan start de termijn vanaf de datum op de bijlage 15. Heb je de aanvraag in België ingediend, dan begint de periode van vijf jaar te lopen vanaf de datum van de aanvraag (bijlage 15bis).

Je zal jaarlijks de vernieuwing moeten vragen van je A kaart en dit tussen de 40ste en 30ste dag vóór de vervaldatum van je verblijfsvergunning.

Bij elke aanvraag voor een vernieuwing moet je bewijzen dat je (nog steeds) voldoet aan de voorwaarden voor gezinshereniging.

DVZ kan twee soorten controles verrichten:

  • voor de vernieuwing van elke A kaart en bij de overgang van de laatste A kaart naar de B kaart kan DVZ controleren of je nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor gezinshereniging (bv. een samenwoonstverslag door de wijkagent)
  • daarnaast kan DVZ op elk moment controles verrichten bij gegronde vermoedens van fraude of schijnadoptie

Als na een controle blijkt dat je niet (meer) voldoet aan een of meerdere voorwaarden, kan DVZ een einde maken aan je verblijfsrecht.

Dat kan alleen in een van de volgende gevallen:

  • je voldoet niet meer aan de voorwaarden voor gezinshereniging. Bijvoorbeeld: er geldt voor jou een bestaansmiddelenvoorwaarde en de gezinshereniger heeft geen voldoende bestaansmiddelen meer. DVZ moet daarbij wel rekening houden met eventuele inkomsten van andere gezinsleden;
  • jij en de gezinshereniger hebben geen werkelijk gezinsleven meer;
  • de gezinshereniger pleegde fraude;
  • het gaat om een schijnadoptie;
  • je bent een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. Je gedrag moet een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging zijn voor een fundamenteel belang van de samenleving.

Daarnaast kan DVZ je verblijfsrecht retroactief intrekken als je zelf fraude pleegde die bijgedragen heeft tot de erkenning van je verblijfsrecht. 

De gemeente geeft je dan een bevel om het grondgebied te verlaten.

Voordat DVZ je verblijfsrecht beëindigt of intrekt zal hij je schriftelijk vragen om eventuele relevante informatie, die het nemen van de beslissing kan verhinderen of beïnvloeden, over te maken. Op de hoorplicht bestaan wel een aantal wettelijke uitzonderingen. Ook moet DVZ altijd rekening houden met al jouw individuele omstandigheden, zoals:

  • de aard en de hechtheid van je gezinsband
  • de duur van je verblijf in België
  • het bestaan van familiale, culturele of sociale banden met je land van herkomst

Als je verblijfsrecht beëindigd wordt om redenen van openbare orde of nationale veiligheid, moet DVZ rekening houden met:

  • de ernst of de aard van de inbreuk op de openbare orde of nationale veiligheid
  • het gevaar dat van je uitgaat 
  • de duur van je verblijf in België
  • het bestaan van banden met België
  • het ontbreken van banden met je land van oorsprong
  • je leeftijd
  • de gevolgen voor jou en je gezinsleden

In principe krijg je 15 dagen de tijd vanaf de ontvangst van de brief van de minister of DVZ om relevante informatie schriftelijk over te maken. Heb je belangrijke informatie over je banden met België? Of over je gezinssituatie? Dan meld je dat best in je antwoord, samen met de bewijzen hiervan. 

Als je niet langer samenwoont of een gezinsleven hebt met de gezinshereniger kan DVZ de eerste vijf jaar een einde maken aan je verblijfsrecht. Tenzij je het slachtoffer bent van intrafamiliaal geweld. Dan is er in de wet een bijzondere regeling om het slachtoffer te beschermen: DVZ moet 'rekening houden' met personen die slachtoffer zijn van geweld in de familie, die niet langer een gezinscel vormen met de persoon die ze vervoegden en die bescherming nodig hebben. In die gevallen brengt DVZ het slachtoffer op de hoogte van zijn beslissing om géén einde te maken aan het verblijf. 

Het gaat om een discretionaire bevoegdheid van DVZ. Dat betekent dat DVZ meer vrijheid heeft bij het nemen van zijn beslissing (binnen redelijke grenzen). Het Grondwettelijk Hof oordeelde echter dat DVZ, in het kader van zijn discretionaire bevoegdheid, altijd rekening moet houden met het element ‘huiselijk geweld’ bij een beslissing om het verblijfsrecht te beëindigen van een familielid, slachtoffer van intrafamiliaal geweld. 

Het begrip "geweld in de familie" is ruim en kan zowel gaan om fysiek geweld als psychisch geweld. In de praktijk gaat DVZ strenger om met psychisch geweld dan met fysiek geweld en zal je meer bewijzen moeten overmaken over een langere periode.

Het is van groot belang dat je DVZ en de gemeente zo snel mogelijk op de hoogte brengt van het feit dat je slachtoffer bent van intrafamiliaal geweld. Je doet dit best schriftelijk met een ontvangstbewijs, bijvoorbeeld via email of per aangetekend schrijven. Voeg zoveel mogelijk bewijzen toe.

Van zodra er een aanwijzing is over huiselijk geweld zal de dienst Gezinshereniging van DVZ (voorlopig) geen einde maken aan je verblijfsrecht en bijkomend onderzoek voeren. Het zal dan een brief sturen naar de gemeente die jou op zijn beurt zal vragen een aantal bewijzen over te maken. Je moet dat doorgaans doen binnen een termijn van 1 tot 3 maanden.

De bewijzen die DVZ van jou zal vragen zijn:

  • het proces-verbaal met je klacht over het huiselijk geweld. Als slachtoffer van een misdrijf kan je klacht neerleggen bij de politie. Er wordt dan een PV van verhoor opgesteld. Het parket onderzoekt of ze de dader ook effectief zal vervolgen. Het is dus niet zeker of de klacht zal uitmonden in een strafrechtelijke veroordeling.
  • een brief van het parket dat de stand van een eventueel onderzoek weergeeft
  • een of meerdere medische attesten (als je die hebt)
  • eventueel het bewijs dat je verbleven hebt in een opvangcentrum voor mishandelde vrouwen of het begeleidingsplan van het opvangcentrum. Als je dit bewijs voorlegt acht DVZ het intrafamiliaal geweld sowieso bewezen (zie Evaluatierapport van Raad van Europa/GREVIO over België van 21 september 2020, § 209).
  • bij psychisch geweld: een attest van een psycholoog/therapeut 

Hoe meer bewijzen je als slachtoffer voorlegt, hoe groter de kans dat DVZ de uitzondering toepast (of moet toepassen na een annulatieberoep bij de RvV).

Heb je noch de gemeente, noch DVZ op tijd geïnformeerd dat je slachtoffer bent van huiselijk geweld en is je verblijfsrecht intussen al ingetrokken? Dan loont het de moeite om je bewijzen toch nog over te maken aan DVZ. Zij kunnen hun beslissing om je verblijfsrecht te beëindigen altijd herzien. Een annulatieberoep bij de RvV zal weinig zin hebben. Tenzij DVZ op het moment van zijn beslissing om je verblijfsrecht te beëindigen andere aanwijzingen had dat er mogelijk sprake was van huiselijk geweld en dit niet verder onderzocht. Bijvoorbeeld verklaringen van buren aan een wijkagent.

Je kan tegen de beslissing van DVZ om je verblijfsrecht te beëindigen een automatisch schorsend beroep instellen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het beroep is niet schorsend in de volgende gevallen: 

  • de beslissing steunt op ‘dwingende redenen van nationale veiligheid’
  • DVZ maakt een einde aan je verblijf omdat je een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid
  • DVZ maakt een einde aan je verblijf omdat jij of de gezinshereniger fraude pleegde (Opgelet: tegen een einde van verblijf omwille van schijnrelatie of -adoptie, staat wél een automatisch schorsend beroep open).

Als je geen beroep instelt binnen de beroepstermijn of je beroep verworpen wordt door de RvV, kan DVZ een BGV afgeven en moet je het grondgebied verlaten. Anders kan je gedwongen uitgewezen worden.