Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen - 13-01-2016

Samenvatting

Vooreerst moet na toetsing van uw relaas aan de criteria van de definitie van vluchteling zoals bepaald in art. 1 van de Conventie van Genève, worden vastgesteld dat u niet aan deze criteria voldoet. Uw vrees voor vervolging kan immers niet gekoppeld worden aan één van de gronden zoals voorzien in de Vluchtelingenconventie, namelijk vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep. Uit uw verklaringen blijkt immers dat u en de leden van uw gezin vervolgd worden door criminelen die connecties hebben met lokale overheden. Blijkens uw verklaringen zouden de motieven van jullie vervolgers louter crimineel van aard zijn. Ze waren er immers op uit om het restaurant van uw schoonzoon af te nemen. Het feit dat jullie niet op bescherming van de autoriteiten zouden kunnen rekenen, heeft evenmin iets te maken met één van de voormelde criteria. Uit uw verklaringen blijkt immers dat jullie geen bescherming kunnen krijgen omdat jullie vervolgers banden zouden hebben met de lokale politie en lokale overheid.
 
In het administratief werden wel voldoende elementen teruggevonden om u de subsidiaire bescherming toe te kennen in de zin van artikel 48/4, § 2, b van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980. Het Commissariaat-generaal hecht immers geloof aan uw verklaringen dat u en uw gezinsleden werden geviseerd door lokale maffia en dat uw kleinzoon ernstige vervolgingsfeiten heeft ondergaan. Omwille van de specifieke, persoonlijke omstandigheden waarin u en uw gezinsleden verkeren meent het Commissariaat-generaal bovendien dat een interne hervestiging naar elders in de Russische Federatie in jullie geval geen redelijk alternatief is.