Federale tegemoetkoming aan personen met een handicap

In het kort

Personen met een handicap kunnen aanspraak maken op een federale tegemoetkoming als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Er zijn 3 soorten federale tegemoetkomingen: de inkomensvervangende tegemoetkoming, de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Je vraagt de tegemoetkoming in principe aan bij de gemeente. 

3 soorten tegemoetkomingen

Dit zijn de 3 soorten financiële uitkeringen waarin de Wet Tegemoetkoming Handicap van 27 februari 1987 voorziet:

  • Inkomensvervangende tegemoetkoming. Als je door je handicap niet kan gaan werken of wanneer je wel kan werken, maar je verdienvermogen beperkt is tot 1/3 van wat een gezond persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen, dan heb je onder bepaalde voorwaarden recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming. Beschutte tewerkstelling valt niet onder de algemene arbeidsmarkt.
  • Integratietegemoetkoming. Als je handicap ervoor zorgt dat je niet of gebrekkig zelfredzaam bent, heb je onder bepaalde voorwaarden recht op een integratietegemoetkoming.
  • Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Als je ouder bent dan 65 jaar en niet of gebrekkig zelfredzaam bent, heb je onder bepaalde voorwaarden recht op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Opgelet: voor inwoners van Vlaanderen werd de bevoegdheid voor de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden op 1 januari 2017 overgeheveld naar het Vlaamse Gemeenschapsniveau. De voorwaarden en procedure vallen onder Vlaamse Sociale Bescherming.

Voorwaarden

Om recht te hebben op een federale tegemoetkoming moet je als vreemdeling voldoen aan enkele algemene voorwaarden en aan een nationaliteitsvoorwaarde. De verblijfsvoorwaarde werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof.

De artsen van de FOD Sociale zekerheid moeten je handicap erkennen. Om recht te hebben op de integratietegemoetkoming of op de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden moet je minstens 7 punten scoren als graad van zelfredzaamheid. Zie voor meer informatie over de graden van zelfredzaamheid de Wet over personen met een handicap van 27 februari 1987.

Je inkomen mag een bepaalde grens niet overschrijden. De concrete bedragen vind je terug op de website van de Directie-generaal Personen met een Handicap. Aan de hand van de simulatietool kan je zelf inschatten op welk bedrag je recht zou hebben.

Om aanspraak te kunnen maken op een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming moet je in principe 18 jaar of ouder zijn. Je kan ook in aanmerking komen als je jonger dan 18 jaar bent en je je in één van volgende situaties bevindt: 

  • Je bent getrouwd of getrouwd geweest.
  • Je hebt een kind ten laste. 
  • Je hebt een handicap gekregen nadat het recht op kinderbijslag wegviel (bv. Je gaat werken en ontvangt daardoor geen kinderbijslag meer, maar daarna heb je een ongeval dat ervoor zorgt dat je een handicap krijgt).  

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden moet je 65 jaar of ouder zijn. 

  • Je moet werkelijk in België verblijven (artikel 4, lid 1 Wet Tegemoetkoming Handicap).
  • Je moet je hoofdverblijfplaats in België hebben en er bestendig en daadwerkelijk verblijven (artikel 2 KB 5 maart 1990).
  • Je moet in België gedomicilieerd zijn en wettig verblijven. Je kan dat bewijzen met een inschrijving in het bevolkingsregister.

Behoor je tot één van de volgende categorieën (artikel 4 Wet Tegemoetkoming Handicap en artikel 1 KB van 17 juli 2006, of andere bron waar hieronder vermeld), dan volstaat het dat je bent ingeschreven in het vreemdelingenregister. De FOD Sociale Zekerheid aanvaardt een inschrijving in het wachtregister niet.  

De categorieën zijn:

  • Je bent Unieburger. 
  • Je bent onderdaan van Algerije, IJsland, Liechtenstein, Marokko, Noorwegen, Zwitserland of Tunesië en je bent aangesloten bij een sociale zekerheidsregeling. Of je bent student.
  • Je bent erkend staatloze.
  • Je bent erkend vluchteling.
  • Je bent subsidiair beschermde (arrest Hof van Cassatie en directe werking van artikel 29 §2 Richtlijn 2004/83).
  • Je bent tijdelijk beschermde (FAQ Oekraïne DG Personen met een Handicap en artikel 13 Richtlijn 2001/55).
  • Je bent vreemdeling die tot 18 jaar de verhoogde kinderbijslag genoten heeft door je handicap.
  • Je bent gezinslid van een Belg of van één van de bovenstaande categorieën. Gezinsleden zijn de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, het minderjarig kind, het meerderjarig kind, de ouder, de schoonvader en schoonmoeder die ten laste zijn. Je wordt als gezinslid ten laste beschouwd wanneer je onder hetzelfde dak woont en ook voor de ziekteverzekering ten laste bent.
  • Je bent ingeschreven in het bevolkingsregister. Je kan het bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister onder meer leveren met één van de volgende verblijfskaarten: C, D, K, L, E+, EU+, F+.
  • Je bent een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk, begunstigde van het terugtrekkingsakkoord.

Het Grondwettelijk Hof heeft bij verschillende gelegenheden (GwH nr. 3/2012 van 11 januari 2012, GwH nr. 108/2012 van 9 augustus 2012 en GwH nr. 114/2012 van 4 oktober 2012) aanvaard dat vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister een sterkere band hebben met België dan vreemdelingen die in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven. Dat rechtvaardigt volgens het Hof dat een inschrijving in het vreemdelingenregister op zichzelf niet volstaat om recht te hebben op een federale tegemoetkoming.

De gevolgen van het verschil in behandeling tussen vreemdelingen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister en vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister is volgens het Hof niet onevenredig. De redenering is dat personen ingeschreven in het vreemdelingenregister recht kunnen hebben op maatschappelijke dienstverlening (bijvoorbeeld equivalent leefloon) van het OCMW. Daarbij kan het OCMW rekening houden met de handicap. Een tussenkomst van het OCMW compenseert dan het gemis van een federale uitkering.

Volgens het arrest van het Brusselse arbeidshof van 15 april 2019 hebben subsidiair beschermden ook recht op de federale tegemoetkomingen voor personen met een handicap, op basis van de directe werking van de Kwalificatierichtlijn.

Voor inkomensvervangende tegemoetkomingen die ingaan vanaf 1 juli 2018 voorziet de wet een verblijfsduurvoorwaarde:

  • je moet gedurende minstens 10 jaar een werkelijk verblijf in België gehad hebben
  • waarvan ten minste 5 jaar ononderbroken.

De registratie van je hoofdverblijfplaats in het Rijksregister geldt als referentie. (artikel 4, lid 2 Wet Tegemoetkoming Handicap)

Het Grondwettelijk Hof vernietigde deze verblijfsvoorwaarden in arrest 41/2020 van 12 maart 2020. Vanaf de publicatie van dit arrest in het Belgisch Staatsblad, worden de verblijfsvoorwaarden geacht nooit bestaan te hebben. De administratie zal haar praktijk moeten aanpassen.

Uitkering uit een ander EU-land

Als je als Unieburger verhuist naar een ander EU-land, dan behoud je je integratietegemoetkoming voor personen met een handicap in de lidstaat waar je die rechten opbouwde (artikel 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zoals uitgevoerd bij Verordening (EG) nr. 883/2004).

Bijvoorbeeld: Als je een uitkering in Nederland geniet en je verhuist naar België, dan moet Nederland je uitkering blijven toekennen. Nederland is het land waar je de rechten opbouwde. De inkomensvervangende tegemoetkoming kan niet geëxporteerd worden naar een ander EU-land.

Hoe aanvragen?

Je moet je aanvraag in principe indienen bij de gemeente.

In sommige gemeentes moet je de aanvraag indienen bij het OCMW, het Sociaal Huis of bij je ziekenfonds. Je informeert je best op voorhand bij de gemeente waar je woont.

Voor inwoners van Vlaanderen is FOD Sociale Zekerheid vanaf 1 januari 2017 niet meer bevoegd voor de Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Aanvragen moeten gebeuren bij je zorgkas of, indien je niet via een mutualiteit bij een specifieke zorgkas bent aangesloten, bij de Vlaamse Zorgkas.