Hof van beroep
Brussel
2022/AR/209
Vrijstelling administratieve bijdrage – art. 9bis Vw. – beslissing tot vrijstelling door bureau juridische bijstand – beslissing onontvankelijk verklaard door DVZ wegens niet betaling retributie – derdenverzet door DVZ – nieuwe beslissing BJB: geen vrijstelling retributie – art. 664 en 665 Ger. W. – administratieve procedure inbegrepen – art. 667 Ger. W. – behoeftigheid – 9bis procedure valt onder juridische bijstand – heropening debatten

De zaak ging over een vrouw die een vrijstelling van administratieve bijdrage voor een 9bis aanvraag had bekomen bij het BJB. Ze had dit document bij haar regularisatie-aanvraag gevoegd ter vervanging van het betalingsbewijs van de retributie. De Dienst Vreemdelingenzaken had vervolgens haar aanvraag onontvankelijk verklaard omdat DVZ vond dat de verzoekster niet kon vrijgesteld worden van retributie in het kader van rechtsbijstand. De DVZ beargumenteerde dat de 9bis-aanvraag een louter administratieve procedure is.

Verzoekster diende een beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Tegelijk diende de Belgische Staat een derdenverzet in bij het bureau voor juridische bijstand, dat zijn beslissing hervormde. Zo werd de vrijstelling van retributie in het kader van rechtsbijstand alsnog geweigerd aan de betrokkene. Zij tekende daarop beroep aan tegen de weigeringsbeslissing bij het Hof van Beroep van Brussel.

Het Hof van Beroep stelde dat artikelen 664 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek expliciet het toepassingsgebied van de rechtsbijstand openstellen voor buitengerechtelijke en administratieve procedures. Een verzoeker die voldoet aan de andere voorwaarden voor rechtsbijstand, kan dus beroep doen op een vrijstelling van retributie. Vanzelfsprekend moet de persoon voldoen aan de bestaansmiddelenvoorwaarde voor rechtsbijstand.