Verzoeker heeft zijn eerste echtgenote in Marokko verstoten door middel van een ‘baïn’ op 28 december 1998. Aangezien deze akte dateert van voor de inwerkingtreding van het WIPR is het oude artikel 570 van het Gerechtelijk Wetboek hierop van toepassing. Volgens dit artikel dient de appreciatie van de strijdigheid met de openbare orde in concreto te gebeuren en moet bijgevolg worden nagegaan of de echtgenote de verstoting heeft aanvaard en of deze niet gebeurde om de Belgische wet te omzeilen.
In casu was er geen ontwijking van de Belgische wet aangezien beiden echtgenoten de Marokkaanse nationaliteit bezitten, gehuwd waren in Marokko en in Marokko verbleven ten tijde van de verstoting. De eerste echtgenote van verzoeker heeft de compensatie voor de verstoting bovendien aanvaard en heeft zelf om de erkenning van de verstoting gevraagd in Frankrijk om te kunnen huwen. De Franse autoriteiten hebben aanvaard dat de scheiding door de akte van 28 december 1998 heeft plaatsgevonden.
Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat de erkenning van deze verstotingsakte, 20 jaar na datum, een schending van de Belgische openbare orde inhoudt.