Hof van beroep
Antwerpen
2006/EV/11
Erkenning buitenlands huwelijk – Artikel 27 Wetboek van Internationaal Privaatrecht – Wetsontduiking – Openbare Orde – Schijnhuwelijk

Nadat het afsluiten van een huwelijk in België werd geweigerd wegens voorgenomen schijnhuwelijk, huwden een Belgische vrouw en Egyptische man in Denemarken. Het Hof acht de wetsontduiking vastgesteld door de eerste rechter, bewezen aangezien partijen in Denemarken zijn gaan huwen, met de enkele bedoeling te ontsnappen aan de Belgische wetgeving. Aangezien het in België tussen partijen voorgenomen huwelijk beschouwd wordt als een schijnhuwelijk, oordeelt het Hof dat ook het Deense huwelijk kennelijk in strijd is met de Belgische openbare orde, temeer omdat partijen dit huwelijk in de Belgische rechtsorde willen aanwenden om alhier verblijfsrechte te bekomen. Op basis van artikelen 18, 21 en 27 §1 Wetboek van Internationaal Privaatrecht weigerde de ambtenaar van burgerlijke stand, daarin gevolgd door de eerste rechter, dan ook terecht de overschrijving van het in Denemarken gesloten huwelijk, aldus het Hof.