Hof van beroep
Antwerpen
2006/AR/2272
Artikel 16 § 2 lid 2 Wetboek van de Belgische Nationaliteit - drie jaar voorafgaand wettig verblijf - grondslag wettig verblijf - geen onderscheid grondslag - artikel 16 § 2 lid 1 Wetboek van de Belgische Nationaliteit

Appellante is sedert 2000 gemachtigd om in België te verblijven, op basis van het huwelijk met haar Belgische echtgenoot. Zij beschikt sindsdien over een vreemdelingenkaart, geldig voor 5 jaren. Op het ogenblik van de verklaring was zij dus sedert ten minste 3 jaren gemachtigd of toegelaten tot een verblijf van meer dan drie maanden of om zich te vestigen in het Rijk. Uit het getuigschrift van woonst en van samenstelling gezin blijkt dat zij meer dan zes maanden samen met haar echtgenoot verblijft. Zij voldoet zodoende aan de vereisten zoals gesteld bij artikel 16 §2 lid 2 W.B.N.