Hof van beroep Brussel - 2008/AR/2336 - 3-02-2009

Samenvatting

Eerste en tweede geïntimideerde zijn met mekaar gehuwd in Mauritanië op het moment dat eerste geïntimideerde nog getrouwd was met een Belgische vrouw. Bijgevolg wordt dit huwelijk niet erkend. In het kader van een nieuw huwelijk tussen eerste en tweede geïntimideerde bepaalt artikel 64, §1 B.W. dat wie in België in het huwelijk wil treden een bewijs van ongehuwde staat of van ontbinding of nietigverklaring van een eerder huwelijk moet voorleggen. Tweede geïntimideerde kan dit bewijs echter niet voorleggen nu haar Mauritaans huwelijk met eerste geïntimideerde niet ontbonden of nietigverklaard is. De wetgever schrijft het overleggen van het bewijs van ongehuwde staat kennelijk voor met het oog op het voorkomen van bigamie en moet aldus gezien worden als vormelijk voorschrift dat het naleven van een inhoudelijk voorschrift beoogt en dat beide voorschriften dan ook in onderlinge samenhang moeten gelezen worden. Bijgevolg verplicht de rechter om het huwelijk tussen eerste en tweede geïntimeerde af te sluiten.