Hof van beroep Brussel - 2009/AR/1794 - 25-03-2010

Samenvatting

De overwegingen van verzoeker met betrekking tot een mogelijke discriminatoire behandeling die voortvloeit uit de toepassing van art. 12bis §4, lid 3 WBN lijkt niet manifest ongegrond te zijn. Het Hof stelt in casu trouwens vast dat de procureur des konings pas overgegaan lijkt te zijn tot de kennisgeving van het vonnis aan de verzoeker nadat hij beroep ingesteld had. Wanneer de procureur des konings gedurende lange of zelfs onbepaalde tijd weigert over te gaan tot de kennisgeving van een vonnis gunstig voor de vreemdeling, kan dit vonnis niet “definitief” worden, noch overgeschreven worden door de ambtenaar van de burgerlijke stand, wat hem uiteraard schade berokkent.