Hof van beroep Gent - 2009/AR/341 - 24-12-2009

Samenvatting

Met geïntimeerde moet inderdaad worden vastgesteld dat voor de periode 2001 tot 2006 geen rekening kan worden gehouden met de verblijfstitels van appellant, aangezien hij deze heeft bekomen op grond van fraude, met name een schijnhuwelijk. Dienvolgens was op 28 juni 2008 niet voldaan aan de grondvoorwaarde van drie jaar wettig ononderbroken verblijf in België. Volledigheidshalve kan hier worden aan toegevoegd dat de eerste rechter moet worden bijgetreden waar hij heeft geoordeeld dat het feit dat appellant, middels een schijnhuwelijk, zich op frauduleuze wijze een gunstig verblijfsregime heeft willen verschaffen, wijst op een gebrek aan respect voor de wetten en de normen van de Belgische samenleving. Dat het huidig huwelijk van appellant geen schijnhuwelijk is, doet hieraan geen afbreuk. Dienvolgens zijn ten deze ook gewichtige feiten eigen aan de persoon aanwezig, die van aard zijn de nationaliteitsverklaring niet in te willigen.