Hof van Cassatie - P.14.1399.F - 15-10-2014

Samenvatting

Onder de titel “Recht op behoorlijk bestuur” bepaalt artikel 41.1 van het Handvest dat eenieder er recht op heeft dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen en organen van de Unie worden behandeld. Artikel 41.2.a) bepaalt dat dit recht met name het recht van eenieder behelst te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen.
 
Uit de tekst van dat artikel blijkt dat het recht om te worden gehoord deel uitmaakt van het recht op behoorlijk bestuur en niet bedoeld is om op de Lidstaten te worden toegepast maar alleen op de instellingen, organen en organismen van de Unie.
 
Overigens legt geen enkele Europese norm de voorwaarden vast waarop de eerbiediging van het recht van verdediging van illegaal in het land verblijvende onderdanen van derde landen moet worden gewaarborgd vooraleer jegens hen een maatregel tot vasthouding in een welbepaalde plaats wordt genomen ten gevolge van een bevel om het grondgebied te verlaten.
 
Daaruit volgt dat geen enkele schending van artikel 41 van het Handvest kan worden afgeleid uit het feit dat de maatregel van vasthouding niet door een verhoor van de vreemdeling werd voorafgegaan.