Samenvatting
Er kan geen onwettigheid afgeleid worden uit het feit alleen dat de administratieve overheid de vreemdeling een hechtenismaatregel oplegt die bij wet is bepaald, ook al konden er andere minder dwingende maatregelen worden genomen. In toepassing van artikel 54, §2, tweede lid Vw kan een vreemdeling die een asielaanvraag indiende, ter beschikking gesteld worden van de regering indien dit nodig geacht wordt voor de handhaving van de openbare orde of de veiligheid van het land. De hechtenis is alsdan op zichzelf geen onmenselijke of onterende behandeling zelfs wanneer de lopende uitwijzingsprocedure wordt opgeschort in afwachting van de beslissing over de asielaanvraag. Het beroep wordt verworpen.
