Hof van Cassatie - C.11.0394.F - 24-02-2012

Samenvatting

Artikel 34, 1 EG-verordening nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterl?ke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerl?ke en handelszaken bepaalt dat een beslissing niet wordt erkend als de erkenning kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan op de openbare-orde-clausule enkel een beroep worden gedaan als de erkenning of tenuitvoerlegging van de in een andere verdragsluitende staat gegeven beslissing op onaanvaardbare wijze zou botsen met de rechtsorde van de aangezochte staat. Er moet sprake zijn van een inbreuk op een fundamenteel beginsel. De inbreuk moet kennelijk een rechtsregel schenden die van essentieel belang is in die rechtsorde of die een fundamenteel recht in die rechtsorde erkent. Een beperking van het recht van verdediging moet voldoen aan zeer strenge vereisten om niet te worden beschouwd als een kennelijke en buitensporige inbreuk op deze rechten. De verwijzende rechter beoordeelt in het licht van de concrete omstandigheden of dit het geval is. De verenigbaarheid van de door de rechter van de staat van herkomst bevolen maatregel met de openbare orde van de aangezochte staat moet men beoordelen in het licht van de procedure in haar geheel en van alle omstandigheden. De verwijzende rechter moet met name onderzoeken over welke rechtsmiddelen de betrokkene beschikte om de wijziging of de intrekking van de litigieuze beslissing te krijgen. Het bestreden vonnis beslist dat “de eerlijkheid van het proces, krachtens de vaststaande rechtspraak van het EHRM, in haar geheel moet worden beoordeeld”, dat “[de eiser] geen enkel rechtsmiddel heeft aangewend en [dat] uit de enige jurisprudentiële beslissing […] die hij aanvoert […] geenszins kan worden afgeleid dat alle beschikbare rechtsmiddelen, gelet op de concrete omstandigheden van de zaak, gedoemd waren te mislukken, ongeacht of die rechtsmiddelen zouden zijn aangewend in het kader van een verzoek om rechtsbijstand dan wel betrekking hadden gehad op de grond van de zaak”. Het bestreden vonnis beoordeelt de naleving van eisers recht van verdediging in haar geheel en in het licht van alle omstandigheden van de zaak. Het voormelde vonnis verantwoordt naar recht zijn beslissing dat de beslissing van de High Court niet strijdig is met de Belgische openbare orde. Het vonnis is regelmatig gemotiveerd.