Hof van Cassatie - P.12.2019.F - 2-01-2013

Samenvatting

Het arrest verklaarde de beslissing tot terugleiding naar de grens zonder termijn onwettig. In het arrest lezen we: “Zonder uitspraak te doen over de appreciatie door de administratieve overheid van de grootte van de sociale last veroorzaakt door het onwettig werk, stelt het Hof [van beroep] niet vast dat het onwettig werk een ernstig gevaar inhoudt voor de openbare orde en nationale zekerheid.” Volgens het arrest motiveerde de overheid het bevel om het grondgebied te verlaten met de vaststelling dat de verweerden niet in het bezit was van een geldig identiteitsdocument en dat hij werkte zonder over de nodige machtiging te beschikken. Het arrest voegt eraan toe dat de Dienst Vreemdelingenzaken de weigering tot een termijn van verwijdering baseerde op het feit dat de sociale inspectie een proces-verbaal op had gemaakt ten aanzien van de verweerder. Het frauduleus werk kan een reële en voldoende ernstige bedreiging vormen die raakt aan een fundamenteel belang van de maatschappij. De overweging dat het werk zonder toelating een gevaar betekent voor de openbare orde en de nationale veiligheid, omstandigheid die toelaat om de verweerder te verwijdering zonder termijn, is geen onwettig motief noch een motief aangetast door een manifeste appreciatiefout of manifeste fout in feite. Door te stellen dat het onwettig werk van de verweerder geen ernstig gevaar betekent voor de openbare orde en de nationale veiligheid heeft de Kamer van Inbeschuldigingstelling zijn appreciatie van de feiten in de plaats gesteld van die van de Dienst Vreemdelingenzaken. Zo overtrad de Kamer de grenzen van de wettigheidscontrole haar toegekend in artikel 72 Vw.