Hof van Cassatie - P.12.2050.N - 2-01-2013

Samenvatting

Krachtens artikel 74, tweede lid Vw. onderzoekt het onderzoeksgerecht of de maatregelen van vrijheidsberoving of tot verwijdering van het grondgebied in overeenstemming zijn met de wet, zonder zich te mogen uitspreken over hun gepastheid. Het aan de onderzoeksgerechten opgedragen wettigheidstoezicht heeft betrekking op de formele geldigheid van de akte, met name of zij gemotiveerd is en of zij in overeenstemming is met de internationale rechtsnormen die rechtstreekse werking hebben in de interne rechtsorde en met de Vreemdelingenwet. Dat toezicht houdt eveneens in dat wordt nagegaan of de door de bestuurlijke overheid aangevoerde feiten zich werkelijk hebben voorgedaan en met de werkelijkheid overeenstemmen. De rechter onderzoekt daarbij of de beslissing steunt op een redengeving zonder kennelijke beoordelingsfout of feitelijke vergissing. Met overname van redenen vermeld in het advies van het openbaar ministerie, oordeelt het arrest onder meer ook dat het weinig waarschijnlijk blijft dat de eiser, aan wie reeds eerdere bevelen betekend werden om het grondgebied te verlaten, vrijwillig gevolg zal geven aan het nieuwe bevel om het grondgebied te verlaten en dat de vrijheidsberoving dan ook noodzakelijk blijft om de verwijdering van de eiser te kunnen realiseren. Met die redenen verantwoordt het arrest de beslissing dat de maatregel van verlenging van eisers opsluiting wettig werd genomen, naar recht.