Kamer van Inbeschuldigingstelling Gent - 2013/35/44 - 21-05-2013

Samenvatting

De onderzoeksgerechten zijn bevoegd om de wettigheid van de genomen administratieve beslissingen te controleren. Zij zijn niet bevoegd om te oordelen over de gepastheid of opportuniteit van de getroffen maatregel. De bestreden beslissing gaat wel in op de noodzaak of opportuniteit van de detentie. De raadkamer was hiertoe niet bevoegd. De bestreden maatregel is ook niet kennelijk onredelijk nu betrokkene al jaren illegaal in het land verblijf. Hij was daarvan op de hoogte en kreeg al bevelen om het grondgebied te verlaten op 11/8/2009, 18/9/2009 en 5/9/2011. Op 25/9/2012 dent hij een tweede aanvraag tot machtiging tot verblijf in. Deze werd onontvankelijk verklaard. Hij kreeg telkens de kans om vrijwillig gevolg te geven aan deze bevelen tot vertrek maar is hier nooit op in gegaan. Hij kreeg verschillende de keren de mogelijkheid om vrijwillig het land te verlaten maar gaf er de voorkeur aan om verder illegaal te verblijven. In deze omstandigheden kan de overheid vrijheidsbeperkende maatregelen nemen. De detentie komt noch onredelijk noch disproportioneel voor. De administratie moest dan ook niet zijn toevlucht nemen tot minder ingrijpende maatregelen. Gezien artikel 74/14, § 2 Vw. is een derdelander beschermd tegen gedwongen verwijdering zolang de termijn voor vrijwillige vertrekt loopt. Om risico op onderduiken tijdens deze termijn te vermijden, kan de derdelander wel worden verplicht tot preventieve maatregelen. Overeenkomstig artikel 74/14, § 3 Vw. moet men niet altijd een termijn voor vrijwillig vertrek geven. Dit is bijvoorbeeld het geval als een eerder bevel om het grondgebied te verlaten genegeerd werd, zoals hier het geval was. Er is tot op heden geen wettelijke samenwoonst geregistreerd. Een wettelijke samenwoonst geeft ook niet automatisch een verblijfsrecht. Verder geeft ook een intentie tot samenwoonst nog geen recht op verblijf. De betrokkene kan ook in zijn land van herkomst de nodige stappen zetten om legaal België binnen te komen en zich voorafgaand in regel te stellen. Verder heeft de administratie de nodige contacten gelegd met de nationale overheden van het land van herkomst om een doorgangsbewijs te krijgen. Daardoor is terugkeer binnen een redelijke termijn mogelijk.