Terugkeer van speciale statuten

Langdurig ingezetene van de EU

Als langdurig ingezetene verlies je je recht op terugkeer alleen wanneer je twaalf opeenvolgende maanden het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie verlaat, of wanneer je België voor meer dan zes jaar verlaat (artikel 19, § 1, derde lid Verblijfswet).

Als langdurig ingezetene, voormalig houder van een Europese blauwe kaart, verlies je je recht op terugkeer alleen wanneer je vierentwintig opeenvolgende maanden het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie verlaat. Hetzelfde geldt voor je echtgenoot, geregistreerd partner en kinderen (artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6° Verblijfswet), die zelf ook de status van langdurig ingezetene hebben.

Blauwe kaart werknemer

Als hooggekwalificeerde werknemer met een Europese blauwe kaart kan je  twaalf opeenvolgende maanden afwezig zijn, voordat je je statuut verliest. Als je je in een andere EU-lidstaat wil vestigen en deze laatste weigert jou toe te laten, dan is België verplicht om je zonder formaliteiten terug te nemen. Ook al is je Belgische Europese blauwe kaart vervallen (artikel 19, § 4, 3° Verblijfswet). Hetzelfde geldt voor je echtgenoot, geregistreerd partner en kinderen (artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6° Verblijfswet).
 

Unieburger met duurzaam verblijf

Heb je als Unieburger, als begunstigde van het terugtrekkingsakkoord van het VK, als familielid van een Unieburger of als familielid van een Belg een duurzaam verblijfsrecht, dan kan je dit duurzaam verblijfsrecht enkel door afwezigheid verliezen als je België meer dan twee jaar verlaten hebt (artikel 42quinquies, § 7 Verblijfswet).