Mobiliteit derdelands student

Mobiliteit in de EU als derdelands student

Als derdelands student kan je gebruik maken van een eenvoudige procedure om je verblijf in verschillende Europese lidstaten te regelen voor de duur van je studie.

Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. Zo moet je opleiding kaderen binnen ‘uniale of multilaterale programma’s met mobiliteitsmaatregelen'. Dat zijn enkel opleidingen die door de EU of onderling tussen de lidstaten gefinancierd zijn. In dat geval moet de onderwijsinstelling bij de inschrijving dit ook al aanduiden op het inschrijvingsattest of dit laten weten aan de DVZ.
Je verblijf in de tweede lidstaat is sowiewo ook steeds beperkt tot 360 dagen. Bovendien blijven ook de regels voor beëindiging van het verblijf steeds van toepassing: België, maar ook andere lidstaten zullen een einde maken aan je verblijf indien hier reden toe is.

Is België de eerste lidstaat van verblijf en volg je de opleiding dus in hoofdzaak hier, dan krijgt je als student een elektronische A kaart 'beperkt verblijf' met opschrift 'student' en 'mobiliteit' van minstens 2 jaar of langer. Omdat je verblijfskaart langer geldig is, kan je in die periode ook tijdelijk verhuizen naar een andere Europese lidstaat in het kader van een gepland tweede deel van je opleiding in samenwerking met je Belgische school. 

De langere geldigheid van je verblijfskaart zorgt voor behoud van een recht op terugkeer met nog geldige verblijfstitel. Verlaat je als student tijdelijk België, dan volstaat het een melding van tijdelijke afwezigheid met bijlage 18 ‘attest van vertrek’ via de gemeente te regelen. In het land waar je maximum 360 dagen verblijft als tweede lidstaat, moet je je vervolgens ook aanmelden bij je verblijfplaats.

Een student met een geldige verblijfsvergunning als student in een andere lidstaat die tijdelijk in België het tweede deel van een opleiding volgt, krijgt voor dit tweede verblijf in België een bijlage 33 maximaal 360 dagen geldig.

Hiervoor moet de voorgenomen mobiliteit uiterlijk 30 dagen voor aanvang gemeld worden door de Belgische onderwijsinstelling aan de Dienst Vreemdelingenzaken via een verplicht model van kennisgeving. Volgende gegevens moeten daarnaast aanwezig zijn:

  • Bewijs van de Belgische onderwijsinstelling met de duur en data van de mobiliteit / opleiding
  • Geldig paspoort of gelijkgestelde reistitel
  • Geldige verblijfsvergunning afgeleverd door andere EU-lidstaat aan de derdelands student en nog geldig voor de duur van de voorgenomen mobiliteit
  • Bewijs ziektekostenverzekering tijdens verblijf in België
  • Bewijs van voldoende bestaansmiddelen voor de duur van het verblijf in België 
  • Eventueel reeds gekend verblijfsadres in België

DVZ kan bezwaar aantekenen of akkoord gaan. Het schriftelijk akkoord wordt aan de Belgische onderwijsinstelling bezorgd die dit vervolgens aan de student bezorgt. Op vertoon van dit schriftelijk akkoord kan de mobiliteitsstudent vervolgens na aankomst in België bij de gemeente van verblijf een bijlage 33 bekomen.